Als ze er later over nadenkt moet ze er om lachen en toch
schiet het meteen weer door haar hoofd “haar ogen zijn niet blauw”. Gek dat iedereen dat de laatste tijd zegt.
“Misschien”, denkt ze “is ze de laatste tijd weinig boos geweest. Haar moeder
vond namelijk altijd dat ze kattenogen had als ze boos was. En die zijn toch
echt groen.” Vroeger kon haar moeder haar met haar ogen het zwijgen opleggen.
En niet alleen haar maar ook haar broers. Nu merkt ze dat zij ook met haar ogen
verhalen kan vertellen. Als ze boos is lijken haar ogen vuur te schieten. En
als ze wil dat haar kinderen iets doen hoeft ze inderdaad alleen maar te
kijken……
Inmiddels begint ze te twijfelen of het goed is of niet.
Makkelijk is het wel….dat wel. Vroeger wilde ze zo graag bruine ogen hebben.
Bruine ogen waren in haar optiek zo mooi. Maar bruine ogen heeft ze zeker niet.
Als ze nu haar ogen moet omschrijven zijn ze blauw/groen. Een soort van zee
kleur. En dat is wel weer mooi. Want met de zee heeft ze een bijzondere band.
De zee daar kan ze in verdrinken en weer boven komen. De zee lost haar
problemen op.
Ooit lag ze bij de tandarts in de stoel. Ze was een jaar
of 16 misschien wat ouder. “Ben jij nooit gevraagd voor reclamespotjes?” vroeg
hij. En heel even, echt heel even dacht ze dat hij het over haar tanden had.
Moeilijk schudde ze van nee. “Pff je hebt zulke mooie ogen” zei hij. Ze wist
niet wat ze er van denken moest, en dus dacht ze maar niets. Maar tot op
vandaag kan ze het zich nog herinneren.
Ogen, zelf heeft ze er iets mee. Ze valt op ogen. Niet op
kleur maar op de uitdrukking van ogen. Ze vertellen haar een verhaal. Ze
doorziet zoveel in ogen. En misschien komt dat wel omdat haar ogen altijd een
verhaal vertellen. Haar ogen liegen nooit. Je ziet in haar ogen wanneer ze boos
is, wanneer ze gelukkig is. Wanneer ze verdrietig is en wanneer ze twijfelt.
Als je haar kent, lees je alles in haar ogen. En dus leest zij ook de ogen van
de ander. Altijd. Onbewust.
Kleur kan ze je niet vertellen, alleen van haar eigen
ogen maar ook die zien de andere dus heel anders. In haar optiek zijn haar ogen
niet zomaar blauw. Maar ach, wat doet kleur ertoe? De ogen zijn de ziel van de
mens las ze ooit. En zo voelt zij dat. “Als je me vraagt hoe het met me gaat en
ik zeg goed. Kijk me dan eens echt in de ogen,”
zei een bijzondere vrouw laatst. En ze besefte hoe waar het is. Ogen
liegen niet. Nooit.
Vorig jaar kwam de iemand tegen waarvan ze van de verte
de ogen zag. De vrouw trok haar met haar ogen. En toen deze vrouw eenmaal bij
haar aan tafel zat, zei ze dat wat ze nooit verwacht had; “zo nu even een gesprek met de vrouw met
wiens ogen me direct aantrokken toen ik binnen kwam” Even was ze verbaasd, uit
het veld geslagen. Deden haar ogen dat? Haar ogen? Wauw!
“Zeegroen” denkt ze. En als ik boos ben wat groener. Als
ik iets blauws draag, wat blauwer. Voor de gene die me kennen vertellen ze een
verhaal. Wanneer ik moe ben, wanneer niet. Wanneer ik gelukkig ben, verdrietig
etc. Maar als ze weer hoort dat ze zulke
mooie blauwe ogen heeft, zal ze proberen om niet meer als eerste “nee joh” te
denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten