Het bekruipt me soms ook als ik een liedje hoor. Het is
de tekst. Of misschien de stem of een combi? Ik denk vooral de tekst. Woorden
van liefde of van verlangen. Van spijt of van hoop. Woorden over een vrouw
waarvan de zanger zo zielsveel houdt. Je hoort het gewoon. In de woorden, in
zijn stem. Ineens is het gevoel er dan. Dat er zo van je gehouden kan worden.
Dat er iemand de moeite doet om voor of over jou een lied te schrijven.
Dan vraag ik me af of ze bestaat. Of ze weet dat het over
haar gaat. Dan vraag ik me af of het de liefde van de tekstschrijver is of het
verlangen van de zanger. Of heeft hij misschien wel een hele andere vrouw voor
ogen als hij zingt en zijn hele gevoel in de woorden, de zinnen, de tonen legt.
Of is het enkel maar het schrijven van gebakken lucht.
Het is dezelfde soort jaloezie die me overvalt als ik
twee oude mensen vol liefde naar elkaar zie kijken. Als ik zie hoe zij zijn
kopje thee neer zet met het koekje erbij, precies zoals hij het zo graag heeft.
Of als hij liefdevol haar hand vast pakt en haar aankijkt. Het kan me zo
ontroeren. Een leven lang bij elkaar. Lief en leed gedeeld en in al die jaren
lijkt de liefde gegroeid. Verankerd in hun harten, in hun zielen. Met elke
rimpel, elke grijze haar ging hij meer van haar houden. Zij baarde zijn
kinderen en bracht ze groot. En zij kijkt vol bewondering naar hem. Hij is er
altijd, hij vangt haar op, is haar steun en toe verlaat. En ook al loopt hij
krom en met een stok, hij is haar rots in de branding.
En dan verlang ik er naar dat er zo van je gehouden
wordt. Dat er ooit zo van mij gehouden wordt. Dat er iemand is die aan mij
vraagt voor altijd bij hem te blijven. Die verteld dat het leven mooier is
sinds hij mij kent. Dat hij stiekem naar me kijkt of over mij droomt. Dat hij
met mij kinderen groot zou willen brengen en later samen hand in hand te
zitten. Foto’s kijken uit het verleden. Vol sentiment naar de kerstboom kijken
en bij alle ballen een stukje verleden zien. En genieten als de kinderen en
kleinkinderen op zondag op bezoek komen. Het gevoel van er toe doen. Er echt
toe doen als vrouw.
Zijn het de films die we zien over hopeloos verlangen
waarbij ze elkaar aan het einde in de armen vallen en voor altijd gelukkig
zijn? Zijn het de sprookjes waarmee we opgegroeid zijn waarbij de prins
uiteindelijk vertelde dat zij de enige voor hem was. Hij over bergen en door
dalen ging om haar te vragen zijn vrouw te worden en waarin ze altijd nog lang
en gelukkig leefde?
Maar sprookjes bestaan niet. Ze zijn verzonnen en dus
niet echt. Bij de film volgen ze braaf het script omdat ze er voor betaald worden
en meestal geven ze geen snars om elkaar. Sterker nog, vaak zien ze elkaar
nooit weer. Verhalen zijn verzonnen. En ik kan het weten. Soms gebaseerd op een
waargebeurd feit, een idee of een zin. Maar vooral erg overtrokken of compleet
uit de duim gezogen. En liedjes? Ja hoe zit het eigenlijk met de teksten van
liedjes?
“Uh, mag ik even jaloers zijn?” vraag ik. “Het is maar
schrijven” is het antwoord. “Ik kan er niets aan doen” beken ik “een gevoel van
een soort jaloezie overvalt mij” en stuntelig ik probeer uit te leggen wat ik
voel. “Dat is mooie jaloezie, goeie jaloezie” is de reactie. Ik moet het even
laten bezinken. “Goeie jaloezie”. Ik kan het niet laten. Nog een keer lees ik
het verhaal. Ik weet dat ze niet echt bestaat en toch. Toch zou ik graag met
haar willen ruilen. Ik zou willen ruilen enkel omdat hij zo over haar schrijft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten