Ik werd die dag 18 jaar en ik kende haar van de winkel
waar ik werkte. Bijna elke dag kwam ze boodschappen doen. Meestal alleen. Dan
was ze druk, druk bezig. Ze kocht altijd maar een paar kleine dingen. Daarom
was ze er ook elke dag. Die dag zou ik thuis gaan lunchen. Ik woonde dichtbij
en mijn moeder vond het gezellig als ik thuis kwam eten. Ik liep via de
personeelsuitgang naar buiten langs de winkel richting huis. Net voorbij de
winkel liep zij met haar boodschappen. Ze was een klein vrouwtje maar altijd zo
aardig. “Welke kant moet u op” vroeg ik haar. Ze wees in de richting waar ik
ook heen moest. “Oh ik moet ook die kant op” zei ik vrolijk, “zal ik uw tas
voor u dragen”. Ze knikte gretig van ja.
Onderweg vertelde ze dat ze evenwichtsstoornis had en niet zoveel kon tillen
omdat ze soms zomaar duizelig werd. Bij haar voordeur namen we afscheid.
Die dag was de eerste dag van vaker samen naar huis
lopen. Als ik pauze had en zij in de winkel was, zei ik dat ze best wat meer
mee mocht nemen omdat ik haar tas wel zou dragen. Onderweg vroeg ze dan
steevast tig keer of de tas niet te zwaar voor me was. Op een dag moest ik even
mee naar binnen om opa gedag te zeggen. Ze wilde graag laten zien wie haar tas
voor haar tilde. De kleine wandelingen werden kleine cadeautjes. Voor haar en
voor mij. Mijn oma was overleden toen ik 12 jaar was en zij herinnerde me aan
mijn oma. Na de keer kennismaken moest ik een keer thee komen drinken. Ik mocht
oma en opa zeggen en de kleine bezoekjes waren kleine lichtpuntjes. Ze vroeg
naar mijn interesses, naar mijn werk naar mijn hobby’s. Ze zette thee en gaf
koekjes. Ze kletste over haar kinderen en kleinkinderen en liet me foto’s zien.
En toen ze vroeg wanneer ik jarig was
zei ze blij “echt waar, dan ben ik ook jarig!”.
Het werd november en ze vroeg of ik die zondag, op onze
verjaardagen, een kopje thee kwam drinken. “Maar dan is de hele familie er”
sputterde ik nog tegen. “Nee hoor” zei ze “kom maar in de middag, de familie
komt in de ochtend”. Maar toen ik daar
zondagmiddag precies zoals afgesproken om 14.00 uur voor de deur stond, werd me
al snel duidelijk dat leugentjes om bestwil oma niet vreemd waren. Ze maakte
zelf de deur open. Nog zie ik me daar staan, net 18 jaar in mijn nieuwe jas. “Kom”
zei ze, hing mijn jas op en dirigeerde me naar de huiskamer. En daar zat niet
alleen opa maar de hele familie. Alle 4 haar kinderen met hun partners en de
kleinkinderen sommige al met vrouw of vriend. Ze ging midden in de kamer staan
en introduceerde mij bij de familie. Een lieve familie waar ik me direct welkom
voelde.
Oma is lang speciaal geweest voor mij. Elke verjaardag
waren er de kinderen, de kleinkinderen en ik. Ze vergat me nooit uit te
nodigen. Ik ben de laatste dagen op haar sterfbed nog bij haar geweest. Daarna
ging ik trouw een of meerdere keren per week bij opa in het bejaardenhuis op
visite. Het was anders toen oma er niet meer was maar door oma had ik een band
met opa gekregen. Hij was erbij toen ik trouwde. Vandaag is het 25 jaar geleden
dat ze daar vol trots stond en zei: “En dit, dit is mijn nieuwe kleindochter”.
Lieve geadopteerde oma, al ben je dan niet meer bij ons, weet je vooral in mijn
hart zit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten