Als ik weer binnenkom voelt het leeg. Stil en leeg. Dat is het niet maar het voelt zo. In mijn hoofd zit een lijstje met plannen met wat ik vandaag allemaal kan doen. Moet doen of wil doen. De volgorde weet ik nog niet. Ook niet wat er valt in moeten, kunnen of willen. Het is alleen nog maar een lijstje. Als ik mijn jas uit heb en mijn laarzen in de hal staan, voelt het weer meer thuis zijn. Automatisch begin ik met koffiezetten maar als ik merk dat de kan nog boven staat laat ik het bij koffie in een filter. Het maakt niet uit. De rest komt later wel.
Ik ben van eerst de dingen doen die ik niet leuk vind en
dan mag ik… Dus pak ik de stofzuiger en begin met de keuken. Als dat klaar is
sleep ik het ding naar boven en maar daar blijft het bij. Ik beland achter de
computer. Honderd en een dingen gaan door mijn hoofd. Woorden ideeën, hele
verhalen om te schrijven maar ze komen niet op papier. Op zoek naar een naam
blijf ik hangen. Hangen in whats app, twitter en facebook. Ik lees oude
gedichten in een boekje uit de boekenkast. Dan zie ik een soort dagboek aan de
andere kant in het boekje. Ik ben gek op mooie schriften, in alle soorten
kleuren en dessins en met zo’n mooie harde kaft en benut ze het liefst aan twee
kanten tegelijk. Ik lees een dagboek van mezelf van een een behoorlijke tijd
geleden. Dingen vallen op hun plaats. Ik scheur de bladzijdes eruit. Uit het
boekje, uit mijn leven.
Als ik het beschreven papier weggooi, kom ik als vanzelf
weer in actie. De prullenbak is vol en ik leeg hem. Ik vul een emmer met water
en heerlijk geurend schoonmaakmiddel en pak doekjes. Boven kom ik niet verder
dan een vaas en een lantaarn verplaatsen. Dan beland ik als vanzelf weer achter
mijn bureau om muziek aan te zetten. Ik herinner me een liedje van Blof
vanochtend in de auto en probeer het te zoeken. Ik zie het niet en klik alvast
een ander nummer aan. Dan val ik stil. De lijst met nog te doen is lang. Te
lang. Maar er komt niets uit mijn handen. Het is stil. De poes duwt haar kop
tegen me aan. En ik huil en weet niet waarom. De stilte is mooi en tegelijk zo
leeg.
We hebben het nodig. Allemaal, allebei, ik, de leegte en
de stilte. De herinnering is mooi. Het was een heerlijke dag gisteren. Vol
mooie momenten en vol ook met rust en stilte. Precies in evenwicht. Van niets
doen en hard werken. Ontspannend hard werken. Van genieten en praten en
genieten van de stilte. Van lopen in de regen en zoeken naar niets in bijzondere
winkeltjes. Van zitten op een terras. Van geen tijd. Te vroeg aan het bier. Van
ineens meer tijd dan we dachten. Van vuur in de keuken en samen koken. Van
overal kaarsjes en proeven van zelfgemaakte pasta. Van film kijken en in slaap
vallen. Het gevoel, de geur. Ik sluit ze in mijn hart alsof ik ze in een mooi
versierd doosje stop. Dicht maar wel zo dat ik vaak kan kijken.
Dan komen de woorden, de zinnen, de spaties. Vooral de
spaties, ruimte van rust tussen de woorden. De kleine stiltes. De kleine lege
niks moet momenten. Terug naar je zelf. Rust in je zelf. Ik laat het lijstje
los en beslis dat vandaag niets hoeft. Alles op het lijstje gaat naar de kolom “misschien”
of “morgen”. Als ik klaar ben met schrijven zit ik nog even stil. Stil met mijn
ogen dicht in een stil huis. Vaag hoor ik buiten de geluiden maar ik laat ze
buiten. Ik geniet van het hier en nu. Van het niets, het alleen zijn en de
stilte in mij.
Na een paar minuten voelt het hetzelfde en toch anders.
Nog steeds is het stil. Zo verdomd stil. Het is niet erg. Alleen, lekker
alleen. Vooral alleen en zo stil. Ik voel de rust in mij. En toch hoe fijn het
ook is en hoe goed het ook is. Ik ben niet compleet. Een klein stukje van mij
is op afstand. Dichtbij en ook ver weg. Het vertrouwen groeit. In ons, maar
vooral in mij. Het is goed zo. Voor nu is het
goed zo. We hebben het nodig, de stilte de rust. Ik heb het nodig. Nodig
om de tranen te laten komen en te beseffen dat ik geniet. Eindelijk weer echt
kan genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten