De kerstboom heeft ze wel opgezet. Maar lol had ze er
niet in. Ze miste het gemopper van hem over de lichtjes. Nu deed ze de lichtjes
zelf in de boom en ook de ballen, de pegels en de engeltjes. Bij elk engeltje
moest ze aan hem denken. Elk jaar kocht hij een nieuw engeltje voor haar. Hoe
dat ooit begonnen was wist ze niet meer. Als vanzelf was het een traditie
geworden. De avond voor kerst als ze terugkwamen van de nachtmis gaf hij haar
een zoen en een klein pakketje met daarin een engeltje. Omdat je mijn engeltje
bent zei hij dan. Nu pinkt ze haar tranen weg. Het is bijna kerstavond.
Zo’n honderd kilometer verderop zit een man. Hij houdt
niet van kerst. Al jaren niet meer. Vorig jaar was kerst verschrikkelijk maar
toen was hij nog niet alleen. Tenminste niet echt. Diep in zijn hart misschien
wel. Hij had iets gedaan wat niet kon. Wat men afkeurt. Maar dingen doe je niet
zomaar. Hij was niet gelukkig, het leven bracht niet wat hij zo vurig wenste en
eigenlijk moest er iets gebeuren. Maar hij worstelde met zijn geweten, zijn
verlangen, zijn eigen ik. De wens bleef. En even leek het nieuwe jaar het hem te
brengen. Maar nu is het weer bijna kerst. Er lijkt een leven voorbij te zijn
gegaan in dat jaar. Opnieuw is hij alleen. Nu echt alleen, hij heeft veel
verloren. Maar misschien wel niet zo alleen als een jaar geleden.
Heel veel kilometers verder loopt een meisje met een baby
in haar armen. Aan haar hand loopt een klein jongetje. Er is geen kerst. Geen
kerstgevoel. Er is oorlog en de vader van haar kinderen is weg. Ze weet niet
eens of hij nog leeft. Eten heeft ze nauwelijks. Het jongetje knijpt zijn
kleine handje nog vaster in die van haar. Hij is haar houvast. Zijn grote ogen
kijken bang de wereld in maar als hij haar aankijkt lacht hij vol vertrouwen.
Uit haar zakken pakt ze een soort van koek en geeft het hem. Ze weet niet
wanneer ze weer eten zal hebben maar ze houdt van hem. Hij en de baby zijn
alles wat ze nog heeft.
Oorlog stopt niet met kerst. Honger, pijn en verdriet ook
niet. Ze zijn hooguit nog schrijnender rond deze dagen. De winkels glitteren en
glimmen van geluk. Zoveel geluk dat je er bang voor wordt. De posters in
bushokjes stralen ook al zo net als de reclames op tv. Ze laten je bijna
geloven dat je geluk kunt kopen. Dat alles goed en fijn is in december. Maar
het aantal vermissingen en zelfmoord is het hoogst in december. De donkere
dagen laten ze de mensen die verloren hebben, hun verlies nog harder voelen.
Velen zitten alleen. De december maand is de maand van familiegeluk maar wat
als je dat niet hebt?
De vrouw gaat naar haar zoon de eerste kerstdag en de
tweede dag naar haar dochter. Maar het gemis blijft en niemand weet hoe ze op
ziet tegen kerstavond. De eerste avond zonder een nieuw engeltje. De man gaat naar zijn familie maar kijkt waarschijnlijk
vaak op zijn telefoon naar de foto naar zijn engeltje dat altijd bij hem is. En het
meisje…. Het meisje weet niet van kerst maar drukt haar engeltjes dicht tegen
zich aan en slaat haar ogen naar de hemel en bid dat er morgen weer eten is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten