Ik open een site en lees “twee tot drie maanden voor de
verhuizing”. Dat is 8 tot 12 weken en die heb ik niet. Ik lees verder naar “6
weken voor de verhuizing” en weer scrol ik maar verder. Eigenlijk kan ik de
halve lijst al afhandelen maar ook weer niet. Want voor bijna alles is het
nodig dat je weet waar je gaat wonen en dat weet ik nou precies dus nog niet.
Ik besluit alle lijsten voorlopig maar los te laten en
stort me op het zoeken naar een huis. Ik google en schrijf me overal op in. Ondertussen
probeer ik mijn hoofd omhoog te houden en zeg stellig tegen de kinderen dat het
allemaal best mee valt. “Maak je maar geen zorgen hoor, negen weken is
hartstikke lang” komt er zelfs overtuigend uit mijn mond. En jee wat ben ik
sterk ineens. Maar zoals zoveel, is ook dat uiterlijke schijn. Bij de
woningbouwvereniging sta ik al lang op de lijst maar verder dan één beschikbaar
huis dat misschien zou kunnen kom ik die week niet. Nu is één huis genoeg hoor,
begrijp me goed, maar ik schijn niet de enige te zijn die op zoek is. En om
daar nu met 217 gezinnen te gaan wonen is misschien een beetje veel. Ik struin
verder op internet en besluit mijn netwerk in te schakelen. Want “hoe meer ziel
hoe meer vreugd” en “je weet nooit hoe een koe een haas vangt”.
Mijn steun en toeverlaat als het om netwerken gaat,
reageert direct en via hem heb ik acuut een telefoonnummer van een leuke
makelaar te pakken. Deze lijkt niet eens verwonderd als ik bel en dus verdenk
ik vriendlief er van dat er ingefluisterd is. Heerlijk mensen die meedenken met
je. Nog enthousiaster wordt ik als de leuke makelaar binnen een half uur
terugbelt en ik nota bene op mijn verjaardag een bezichtiging heb. “Een huis voor
mijn verjaardag” wordt het niet. Ik heb volgens mij niet heel veel noten op
mijn zang maar daar moet ik wel heel veel stapelbedden kwijt wil ik het hele
spul onder brengen of ik moet de vlizotrap standaard naar beneden laten.
Daarbij twijfel ik over een kantoor in de trapkast. Maar ja negen weken…. Bijna
zeg ik ja. Uit nood. Dan blijkt dat ik er nog wel even over kan denken, de
verkoper wil in principe liever niet verhuren. En ik zoek verder…
De koe en de haas komen ineens ook om de hoek kijken want
wat schets mijn verbazing…. mijn trouwste lezers verwijzen me via via, en een week
later heb ik een getekende huurovereenkomst. Een last valt van mij af. Maar dan
krijg ik de sleutel en merk ik dat het er net even anders uitziet dan de
aardige volgens mij uit Amsterdam afkomstige eigenaar schetste. Thuis komt alle
stress eruit en ik jank mijn ogen bijna uit mijn hoofd. Ik zie het even niet
meer. Hoe krijg ik dat ooit goed? Ik heb één week en het “nieuwe huis” (dat
ouder is dan het oude huis maar dat terzijde) ziet er niet uit. De muren zijn
nicotinebruin en alles is vet. De week die ik had om in te pakken en nog een
wandje te behangen, wordt gevuld met schoonmaken, witten, schrobben, ontvetten,
ontnicotine-en ontgelen en zo meer. Elke dag zijn er lieve vrienden in de weer
en ik ben dankbaar en probeer vooral te overleven. Maar zo gauw iemand iets
aardigs zegt, komen de tranen. Ondertussen zijn we al weer twee weken verder. Het begint langzaam te wennen, maar uiteraard voor mijn gevoel niet snel genoeg. Dan bedenk ik me vandaag dat ik de brievenbus in het oude huis nog even moet legen. Daar merk ik dat het huis leeg is, leeg niet alleen in de zin van meubels maar leeg omdat ik besef dat ik er niet meer woon. Het tegendeel is de brievenbus. Die is vol, overvol. Vooral met folders en nutteloze informatie want de lieve kerstkaarten en welkom in het huis kaarten liggen elke dag in de nieuwe brievenbus. Ik doe de deur op slot en draai het slot tegen mijn gewoonte in nog een keer rond. Dan stap ik in de auto en rij naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten