“Nu terug naar huis, hou je me wakker” sms ik naar hem.
Zo’n half uur later krijg ik de eerste “Wake Up”. Hij loodst me moeiteloos met
leuke opmerkingen door het moeilijkste stuk heen. Zo is hij. Hij steunt me met
minimale moeite in de moeilijkste fases van mijn leven. Bijzonder of raar.
Synoniem van raar is eigenaardig, excentriek, gek, merkwaardig, ongewoon,
typisch, vreemd, wonderlijk, zonderling of fenomenaal. En zo kunnen we dan nog wel even
door gaan. Een begin van een bijzondere band. Een bijzondere band met een
bijzondere man. En nog elke dag ben ik dankbaar dat ik hem zomaar ontmoet heb.
Dat iemand het gesprek onderbrak en wij in contact kwamen met elkaar.
Misschien zou ik beter mijn bed in kunnen gaan maar daar
ben ik dus even niet aan toe. Te moe of niet moe genoeg? Eindelijk rust of te
stil in huis? Ik weet het niet meer. Ik ben er gewoon even niet aan toe en dus
beland ik op de bank. Als mijn eerste glas wijn leeg ik sla ik de warme plaid
terug en loop naar de kast voor een nieuwe fles. Normaal heb ik een zwak voor
flessen met een kurk. Gewoon omdat het zo hoort. Het heeft iets van romantiek.
En is er een man in huis dan mag hij de fles ontkurken. Niet omdat ik het niet
kan maar omdat het zo’n prettig authentiek gevoel geeft. Zo hoort het. Ik hou
wel van het ouderwetse rollenpatroon. Hij die de vuilnisbak buitenzet en ik die
zijn overhemden strijkt. Maar vanavond staat de kurk alleen maar voor “lastig”.
“Lastig” omdat ik dan weer naar beneden naar de keuken moet voor de
kurketrekker en het voegt toch niets toe. Niemand die het ziet. Geen man in
huis om te ontkurken. Dus kom maar op met die achterlijke draaidop.
De voice gaat door alsof er levens van af hangen. Zonder
het gekakel tussendoor is het voor mij als een cd die op staat of de
radiozender waarbij je helaas niet zelf je liedjes kunt kiezen. Want als ik die
keuze heb, kies ik altijd het zelfde. Het liefst op repeat tot ik als vanzelf
het volgende liedjes begin te zingen als het vorige stopt. Dat is fijn, dat is vertrouwt.
Een soort van teletubbies “en nog een keertje….”.
Ik heb een grote voorkeur voor Blof. En toen las ik dat
iemand dat zomaar benoemde als pulp. Al zo’n tig keer had ik het nummer
genoemd. We hadden het zelfs al tig keer gehoord. Maar soms horen de mensen de
teksten niet of willen ze het niet horen. Niks makkelijk. Diep snijdend in je
ziel. Als je luistert naar de tekst raakt het je. Tenminste mij. Laat ik het
raken. Want het mag. Ik weet ook wel dat het merendeel niet eens echt luistert.
Want we laten ons liever niet raken. De helft van Nederland zijn meelopers. Dat woord doet me dan weer denken aan een
vorige directeur van mij die vertelde hoe eens een hele groep met aardig
geschoolde mensen tijdens een trip naar het buitenland zo achteloos achter hem
aan liepen. En dus liep hij ergens een roltrap op om boven weer gewoon naar
benden te gaan. De hele groep ging als makke schapen achter hem aan. En hij?
Hij zwaaide naar de groep die nog omhoog gingen terwijl hij al weer op weg was
naar beneden. Meelopers is dus niet voor de domme. Het is makkelijk en we zijn
nu eenmaal een gemakzuchtig volkje.
De voice is inmiddels afgelopen. Vraag me niet wie
gewonnen heeft of wie door is want ik heb werkelijk geen flauw benul. Ik weet
niet eens in welk stadium het programma zich bevindt. Ik mis alleen ineens het
geluid van muziek en dus schakel ik door van zender naar zender maar niets
boeit me. Ergens blijf ik steken. Ik weet niet waar want ik schrijf alweer. Waarom?
Alleen om morgen uit te stellen. Morgen sluit ik weer verder af en open ik weer
een nieuw hoofdstuk waarvan ik weer niet weet hoe het gaat lopen. Waarvan ik
niet eens weet of ik er al aan toe ben. En daar hou ik niet van. Ik wil graag
zeker zijn van een goed einde. Ooit zei hij dat films geen goed einde horen te
hebben. Daar moest ik toen over nadenken. Altijd fantaseerde ik alsnog een goed
einde. Zo had ik het geleerd. Het komt altijd goed. Maar zo is het leven niet. Niet
het echte leven. Maar wel het leven dat ik graag wil.
Ik snak naar een goed einde. Dus schrijf ik. Ik schrijf
onder verschillende namen, verschillende verhalen. De een heeft een perfect
leven en een geweldig einde dat eigenlijk niet stopt bij het einde. Te mooi om
waar te zijn. En de ander leeft het leven. Je kunt er niks mee en dus herken je
jezelf. Blijkbaar zitten de mensen daar op te wachten. En dus schrijf ik het
gewone leven. Waarin morgen morgen is. En nu de bank is en het glas wijn.
Waarin ik snak naar liefde, geborgenheid en het graag goed wil doen maar waarin
het meeste natuurlijk niet lukt. Waarin de plaid de warmte geeft en mijn
schrijfblok de intense leegte vult.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten