“Ik kan alles” zegt hij, “maar ik ben er niet goed in”. Zijn gezicht
spreekt boekdelen. “Wil je dan de kamer witten?” vraag ik en hij knikt van ja.
Gestructureerd gaat hij aan de slag. Ik grap af en toe naar mijn vriendin dat
hij een probleem heeft omdat hij niet kan zien waar hij gebleven is. Hij
beantwoord dat met te zeggen dat hij nicotinebruin toch echt mooier vond dan
het wit wat nu tegen de muur aan gaat. Aan het einde van de middag moet ik
bekennen dat hij erg goed is in witten. Waarschijnlijk heeft hij liever dat ik
dat dan weer niet hard op doe.
In de ochtend Whats appt ze “goedemorgen”. Ik app terug
dat ik nu onder de douche spring en zij antwoord met “tot zo”. Een tijdje later
hoor ik de bel. Ik ben blij dat ze er is. Een last valt van me af. Pff gelukkig,
niet alleen aan de slag dit vandaag. Ik maak me al de hele week druk. Zie het
soms gewoon even niet meer. Gelukkig duurt dat meestal niet lang maar gisteren
zat ik er toch wel even doorheen. Zoveel meer te doen in het huis dan gedacht.
Muren geel van de nicotine en alles zo vreselijk vies. De moed zonk echt
letterlijk in mijn schoenen. “Kom” zegt ze en we lopen de keuken in. Ik zet
koffie en thee en vertel de dingen van de afgelopen dagen. Ze heeft kaascroissants
meegebracht en dus ontbijt ik met een croissant en koffie. Het wordt weer een
beetje helder in mijn hoofd. Zij laat de hond uit terwijl ik de laatste was
ophang en mijn haren föhn. Want ook het gewone dagelijks “was-droog-en-strijk-gebeuren”
moet gewoon door al zit je dan midden in verhuistoestanden.
In het huis besluiten we met de keuken te beginnen. En
niet voor niets. Alles is vet en vies. Al
snel worden we verrast met bezoek. De eigenaar heeft hulptroepen opgetrommeld. Nieuwe deuren worden naar boven gebracht en
geplaatst. Stuk voor stuk worden de dingen afgehandeld. De man baalt ook van
alles en doet vreselijk zijn best en tussendoor grappen we wat. Nummer twee van
zijn hulptroep komt er aan en ook het keukenkastje wordt bekeken. Ik heb mijn
gedachten ondertussen maar op nul gezet en werk gewoon kastje voor kastje
verder. Ik spuit puur schoonmaakmiddel op de planken en zie het vet verdwijnen.
Gelukkig hebben we op de weg naar het huis nog even een fles of wat van het
meest agressieve spul gekocht. En zie het werkt.
Als ik rond een uur of één een trapje op ga halen, wordt
ik verrast door de eerste sms of ik hulp gebruiken kan. Ik bel maar gelijk dat
alle hulp erg welkom is. Ze meldt dat de hulptroepen onderweg zijn en of we nog
spullen nodig hebben. Als de trap in de auto zit en ik bijna weer bij het huis
ben, sms’t mijn vriendin “jij kan vast nog wel een handje gebruiken….” Het is
geen vraag maar ik antwoord toch enthousiast met een “jaaaaaaaaa’. “Kom er zo
aan” zegt het volgende berichtje. Ik voel me gelukkig met deze lieve mensen.
Het toilet wordt niet schoongemaakt, maar
gedesinfecteerd. En hoe! Ze pakt het grondig aan. De stoomreiniger wordt
gehaald en de geur van bleek komt je tegemoet. Als het klaar is herken ik het bijna niet meer. Zelfs de
toiletbril is al vervangen door een mooi zwart exemplaar. Als ik enthousiast
aan de deuren begin, slaak ik een kreet van verbazing. De rest komt kijken en weten
niet wat we zien. Druppels bruin lopen naar beneden en als ik de doek over de
deur haal blijkt die gewoon wit te zijn! Later in de middag blijkt dat het toch
echt crèmekleur is maar dat zagen we natuurlijk niet met die prachtige gele
muren ernaast. Ik voel me een schoonmaakreclame van het ergste soort en besef tegelijk
dat ik niet te veel van het spul moet inademen maar acht… werken doet het wel. Langzaam
verandert de kamer van nicotinebruin in wit en crème.
Als ook de deuren in de hal gedaan zijn en de stofzuiger
nog eens de hele woonkamer, keuken en hal door geweest is en de dweil en een
emmer of drie schoon dweilwater er achter aan, besluiten we dat het genoeg is.
Zien doen we te weinig nu en het is mooi voor vandaag. Dan denk ik nog even terug
aan de opmerking van de vorige huurder die vanmiddag nog een kast op moest
halen. “Zo je hebt genoeg hulp, hadden wij dat maar gehad”. “Inderdaad” denk ik
en ik voel me rijk met de lieve vrienden die me zo goed helpen. Mooie cadeautjes
zijn dat.
Thuis warmen we het Chinese eten op dat zij meegebracht
heeft en zitten nog een tijd aan tafel te keuvelen over van alles en nog wat.
Dan breng ik haar naar huis want inmiddels regent het en wil ik niet meer dat
de op de fiets gaat. Ze verrast me door te zeggen dat ze morgen weer komt
helpen. Als ik weer terug ben besluit ik dat ik het verdiend heb. Het schrijven
van een blog en een glas wijn. En dan zo lekker slapen en op naar dag 2.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten