Het is zondag en ik loop mijn rondje met de hond. Even
hoofd leegmaken en doorstappen. Ik geniet van het waterig doorkomende zonnetje
en het geluid van het klotsende water. Een klein stukje verder merk ik dat ik
mijn oncharmante schoeisel niet voor niets aangetrokken heb en bagger ik verder
door de blubber. Achter me hoor ik iemand roepen. Even later stuift een klein
hondje voorbij op weg naar de grote zwarte labrador. Vol enthousiasme begint ze
te springen en uit te dagen. De grote zwarte hond kijkt even toe en gooit dan
gezellig haar staart de lucht in en kwispelt er lustig op los. Zo dollen de
twee samen verder. Ik blijf stil staan kijken en geniet.
Dan staat de vrouw naast me en komt er nog een ander
klein hondje kijken. Die is duidelijk wat minder brutaal en vind het maar eng
allemaal. Zoals dat hoort als je een hond hebt, beginnen de mevrouw en ik een
gesprek. Ik raad de zwarte hond aan om maar even niet te springen en zo
enthousiast te doen, maar de mevrouw wijst op haar kleding. Ze is al even
charmant gekleed als ik met uiteraard bijpassend schoeisel. Want zo hoort dat al
je met de hond gaat wandelen. We hebben dus gelijk een band en eigenlijk voel
ik me dus gewoon een keer juist gekleed met mijn laarzen. Van de zomer kan ik
ook vast wel op de crocs naar buiten die de lieve oude man als sexy
bestempelde, maar me nog dezelfde dag de tip gaf om ze toch maar niet meer aan
te doen. Waarom is iedereen zo bezorgd of ik nog wel verkering krijg. Beetje
vent weet heus wel dat ik als het er op aan komt de hoge hakken voor hem aan
doe.
Als vanzelf lopen we samen verder. Ze verteld me over de
gestolen auto die hier een paar dagen geleden gevonden is. Ik weet van niets.
Is dat omdat ik er nog maar pas woon of omdat ik altijd van alles schijn te
missen. Vertelde ooit een oude overbuurman mij dat een van mijn overburen uit
elkaar waren, had ik daar niets van gemerkt. Duidelijk is dat ik niet genoeg naar buiten kijk. “Oh al een half jaar hoor” zei hij
en vertelde me gelijk alle andere roddels uit de buurt. Koffie drinken met hem
en ik was weer helemaal up-to-date. Tenminste dat dacht ik. Een paar dagen
later toen er ineens gezellige roze slingers aan het huis hingen, kwam ik er
achter dat ik ook niet had mee gekregen dat zijn vrouw zwanger was.
De aardige mevrouw verteld verder over de auto en hoe die
weggesleept was waardoor de blubber nu nog een graadje erger is. We lopen pratend verder alsof we elkaar al jaren kennen. Zo
gaat dat hier in ons dorp. Als we aan het einde van het dijkje zijn zoals ze
het pad langs het water noemt, zeggen we elkaar gedag. Veel plezier vanmiddag.
Want uiteraard hebben we ook onze plannen voor die dag maar gelijk besproken.
Ik voel me gelijk meer thuis hier en hoop dat ik haar volgende keer weer tegen
kom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten