De aanleiding is een opmerking die in onvervalst dialect
uit mijn mond rolt. Zij is mijn vriendin. En niet zomaar een vriendin. Nee een
vriendin door dik en dun, al 25 jaar lang. Zij verhuisde, niet een paar straten
verder, niet naar de andere kant van het land maar naar de andere kant van de
wereld. Ik verhuisde een aantal jaren later, maar ik bleef in ons kikkerland.
Wij hielden contact. Soms intensief en dagelijks, soms maanden niet. Maar dat
maakt niet uit. Onze basis is er, die zakt niet zomaar weg. Een Brabantse basis
met twee benen op de grond. Echte grond onder je voeten die niet zomaar
wegdrijft.
En toen was ze ‘zomaar’ weer even in Nederland. In
Zeeland nota bene waar ik ‘toevallig’ op vakantie was. Dus staat ze daar aan
het einde van het grasveldje met de fiets aan de hand en haar zoontje naast
haar. Binnen een paar minuten is het als vanouds, alsof we elkaar gisteren
spraken in plaats van meer dan een half jaar geleden. Alles om ons heen
vergeten. De campingburen, de kinderen en ook de man die ons gesprek lachend
aanhoort en niet wist dat er nog zoveel Brabantse termen in mij huizen. We praten, lachen, wandelen en even is het 25
jaar geleden.
Een paar dagen geleden zat ik in de prachtige schouwburg
van onze stad met als doel een mooi project in de strijd tegen kanker uit te
dragen. Stil luister ik naar de presentaties. Straks gaat mijn collega een
presentatie geven en ik weet nu al dat ik het niet droog ga houden. Maar nu is
eerst onze wethouder aan het woord. Trots op onze stad vertelt hij stralend
over de nieuwe initiatieven. Over de film de nieuwe wildernis en hoe deze in
meer bioscopen in première ging dan de laatste James Bond film. Dan hoor ik hem
tussendoor zeggen ‘da ken nie’. Mijn buurman geeft me een por en schud meewarig
zijn hoofd. Ik glimlach. Die drie kleine woordjes geven me een heerlijk ‘thuis
gevoel’. Hier in ‘mijn’ stad staat een man vol enthousiasme te vertellen met
‘mijn’ accent. Dan leun ik naar mijn buurman en zeg: ‘mijn vriendin zegt altijd; je kunt het meisje uit Brabant halen, maar Brabant niet uit het meisje’. Hij lacht. Ik hoor nog een paar woorden van de wethouden en vervolg dan: ‘en dat geldt ook voor jongetjes’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten