Toch ging ik de bergen op. Met de auto, in een bus,
lopend en zelfs op een ezel. Die laatste voerde mij langs afgronden.
Doodsangsten heb ik uitgestaan op bergen. Bussen draaien zo dat het lijkt alsof
je boven de afgrond zweeft. Klam zweet stond vaak in mijn handen en op mijn
voorhoofd. Tranen heb ik gehuild op een berg waar we met een jeep moesten
keren. Maar dat was in de tijd dat ik wist dat ik zo nooit boven zou komen.
Ik ben bang te verliezen. Dat is me duidelijk. Het ging
beter, ik kon het loslaten dacht ik. Dit weekend spraken we over de toekomst.
Misschien noodgedwongen stappen maar ergens voelde die zo goed. Snel, te snel?
Waarschijnlijk veel te snel. Maar toch voelde ze fijn, prettig. Ik heb
geklommen, jaren ben ik een berg opgeklommen waarbij ik nooit boven zou komen.
Ik zou nooit boven komen omdat de berg die ik wilde beklimmen de weg al afgezet
had. De top was niet bereikbaar. Ooit had daar iemand op de top gestaan en de berg had
besloten dat dat nooit meer zou gebeuren. Achteraf gezien was het ook niet mijn
berg. Ik stond aan de voet van de verkeerde berg. Als ik moet kiezen tussen
bergen en zee, kies ik voor zee. De zee begrijp ik. De golven kalmeren,
inspireren. Bergen geven het idee dat je er toch nooit komt. En daarbij heb ik
hoogtevrees. Wat moet ik dus op een berg.
Maar nu heb ik een nieuwe berg gevonden. Een mooie berg.
Zomaar ineens zag ik die berg. Vanaf de grond lijkt de top hoog maar prachtig.
Het is een berg met ook hobbelige paden. Maar de weg is niet afgesloten. Er
staan nog wel veel obstakels op de weg en er is geen recht pad naar de top. Ergens
zweven er ook mensen op of rond die top. Ik weet niet of één ervan nog boven is
of onderweg naar beneden. Ik weet niet of die ooit echt naar beneden gaat maar
de weg is tot zover niet afgesloten. Ik vraag me af of ik het aandurf. Te
klimmen op die berg. Te gaan naar de top. Kan ik mijn hoogtevrees, mijn angsten
overwinnen?
Ik heb jarenlang gezworven, ergens in een dal rondgelopen
genoten van het dal maar af en toe keek ik naar de bergen. Dan wilde ik dat
ook. Dan wilde ik naar boven. Op de top staan. Dan vroeg ik mij af hoe het zou
zijn daar boven op die berg. Zou ik het halen? Zou ik overwinning voelen? Zou
ik kunnen genieten van het boven zijn, genieten van het uitzicht? Zou ik me
daar veilig voelen? Altijd was er de angst maar nu wil ik zo graag weer
klimmen. Zou deze berg mij beschermen? Zou deze berg mij opvangen als ik lijk uit
te glijden, als ik struikel of als de angst van het diepe mij overvalt? Is deze
berg de juiste berg, is deze berg de berg die ik ga beklimmen? Of zie ik na deze berg pas de echte berg?
Ik kijk naar buiten en neem een besluit. De volgende
vakantie ga ik de berg op. Symbolisch ga ik klimmen. Lopen, omhoog. Angsten
overwinnen en zien wat bergen mij gaan brengen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten