Op zich ben ik niet zo’n tut-type. Mijn make-up bestaat meestal uit enkel mascara, een minimaal gekleurd streepje oogschaduw boven mijn ogen en soms een lippenstift. Maar ook met de simpele Labello kom ik een heel eind. Oké, ik ga wel zo eens in de 8 weken naar de kapper en probeer mijn grijze haren te camoufleren maar dat is het dan ook wel zo ongeveer. Behalve dan….. die ene uitzondering. Ik kan niet meer zonder mijn kunstnagels. Die nagels zijn een deel van me geworden. Belangrijk dus. En niet alleen voor mijn uiterlijk.
Vroeger beet ik nagels. Niet heel erg hoor maar wel zo
dat ik altijd korte nagels had. Sloeg de stress toe bijvoorbeeld rond examens; werden mijn nagels nog wat korter. Sloeg de
stress hevig toe, moesten ook de velletjes naast mijn nagels het ontgelden.
Mijn moeder had van die mooie lange vingers vond ik, met keurige nagels. Een
beetje jaloers was ik daar wel op. Mijn vingers leken kort en mijn nagels waren
niet om te tonen en zeker niet om trots op te zijn. Op zich misschien niet zo
belangrijk maar in mijn werk werd er vaak letterlijk op mijn vingers gekeken. Soms moest ik mee naar een evenement, nog
meer mensen die op mijn vingers keken. Ik weet niet eens meer hoe of waardoor
ik op het idee kwam, maar opeens was de dag er dat een beetje ongemakkelijk bij
een nagelstudio op mijn stoel zat te draaien.
Na een uur zo ongeveer stond ik weer buiten met lange
nagels. Eigenlijk niet eens zo heel lang maar voor mijn gevoel leken ze
eindeloos. Wat een lange vingers had ik ook ineens. Die dagen daarna merkte ik
dat ik vol trots mijn handen kon laten zien. Niks handen wegstoppen. En ik
voelde mezelf groeien. Ik voelde mezelf ineens een stuk mooier, beter,
prettiger. Sindsdien heb ik nagels.
Nu zit ik hier. Ik heb er al zo vaak gezeten maar als
altijd voel ik me toch een beetje onhandig, onthand zeg maar. Je handen braaf
voor je omdat zij er mee aan de slag gaat en dus kan je weinig. Soms probeer ik nog wel even een sms te sturen
maar dat levert meestal een boze blik op. Steevast voel ik dan ook een
vermoeidheid opkomen en begin te gapen. Zonder hand voor mijn mond want tja dat
kan dus niet. Ze ziet mij vechten en vraagt “Koffie?” Ja daar heb ik wel zin
in. Hoe wel ik nu al weer weet hoe lastig het zo direct opdrinken is. Naast mij
zit een vrouw ook verveeld om zich heen te kijken. Ze is bijna klaar. Stil ondergaan
we het ritueel van vijlen, plakken, smeren en weer vijlen. Ondertussen kijk ik
op de klok en zie traag de minuten wegtikken.
Als de vrouw klaar is kijkt ze tevreden naar haar nagels.
“He gelukkig” zucht ze dan “ik voel me namelijk zo naar als mijn handen er niet
uit zien”. Ik knik, begrijp precies wat ze bedoeld. De vrouw straalt weer en ik
besef wat uiterlijk met innerlijk doet. Het geeft net die touch waardoor je je
zekerder voelt. En als je lekker in je vel zit, straal je. Dan knikt de
nagelmevrouw me toe, ik ben klaar. Trots kijk ik naar mijn handen en denk “Ik
ben niet perfect, nooit geweest en zal het ook nooit worden. Maar ik kan weer
stralen. “
Geen opmerkingen:
Een reactie posten