Net voor we weggaan krijg ik een cd. Een cd vol mooie
liedjes. “Ik heb hem gekregen hoor” zegt hij, maar misschien maakt dat het nog
wel meer bijzonder. Iets dat je zelf gekregen hebt en mooi vindt, toch
weggeven. Gewoon omdat je denkt dat de ander er nog blijer mee zal zijn. “Ik
denk dat jij ze erg mooi vindt”. Ik ben stil. Nog net kan ik “dank je wel”
zeggen maar vooral ben ik stil door het gebaar. Er zijn geen woorden die kunnen
vertellen wat ik denk of voel. In de auto zetten we de cd op en snel toetst hij
verder naar nummer 10. Paul de Leeuw klinkt door de auto. Een liedje dat ik al
zo vaak hoorde. Dat me altijd aantrok, dat me raakte. Een liedje dat ik vaak
kreeg als antwoord op mijn vragen, wat ik nooit begreep. De stukjes lijken op
hun plaatst te vallen. Bij het liedje er na van Herman van Veen lopen de tranen
over mijn wangen. Tranen van geluk. Van een gevoel dat ik niet onder woorden
kan brengen. Geluk met een gouden randje.
De middag is voor mij en de kids en in de avond zitten we
dan allemaal samen op een terras en lachen om grapjes en verhalen. Dan
slenteren we langs de gracht en vinden het perfecte restaurant. Met een arm om
mij heen voel ik het weer. De rust, terwijl het met de groepen jongeren in de
ruimte juist zo rumoerig is. Ik voel de rust in mij en geniet. Dan drinken nog
koffie en dan zie ik haar berichtje en lees haar blog. Antwoorden kan ik niet
en dus laat ik het op me inwerken. Ik wist en voelde wel hoe belangrijk het was
maar haar woorden zien, doet me iets. Ik kan niet anders dan een gelukkig mens
zijn dat ik met pen en papier dit heb kunnen doen. Haar blog is een weer zo’n klein
cadeautje met een gouden randje.
In de bus, in de auto, alle momenten voel ik het. Pril,
teer, kwetsbaar geluk. Nog zoveel kiezels, smalle wegen zullen komen voor we misschien
ooit boven zijn. Boven op de berg. Maar vechten zal ik, vallen en weer opstaan.
Een hand reiken, een hand pakken. Naast elkaar, achter elkaar. Stukjes misschien
alleen omdat het even niet anders kan om dan later weer samen verder lopen.
Eigen gedachten, eigen hindernissen. Veel praten en vooral stil er zijn. “Hou
me vast en laat mij niet gaan”. Hij knijpt in mijn hand. Eigen gedachten.
Zonder woorden. Een liedje vanaf nu met een gouden randje.
“Als jij het niet meer weet, in het donker van je hoofd.
Ze laten weinig heel, van waar je in geloofd. Hoe de tijd ook raast. We moeten
er doorheen. Als jij het niet meer weet. Je bent niet alleen. Hou me vast”.
In de nacht als ik wakker ben en nadenk over de hobbels
op mijn pad, komt de kat tegen me aan liggen. Weken heeft hij dat elke nacht
gedaan. Dan moest ik zijn kleine pootje vasthouden en viel hij tegen me aan in
slaap. Nu ligt hij hier tegen mij aan, en terwijl ik de oplossing even niet
meer weer, legt hij zijn kleine zachte pootjes op mijn hand. Alsof hij zeggen
wil: “je bent niet alleen”.
Dan lees ik een tweet. Het gaat over een liedje waar ik
ooit een blog over schreef. Ik ben gek op die band, al jaren, maar niet op dat
nummer. De tweet zegt dat het nummer geniaal is met nog wat er achter, maar
degene die het schrijft snapt er niets van. Weet blijkbaar niet wat houden van
is, gooit het gewoon over boord. Voor mij is het een cadeautje. De stukjes
vallen op hun plaats. Het is goed zo. De rust is weer in mij. Het is als een
klein cadeautje. Een met een gouden randje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten