Gelukkig heb ik dan wel weer mijn telefoon in mijn zak
gedaan. Tja prioriteiten he… Vanmiddag
dacht ik er nog aan dat er nog geen sleutel bij de buren ligt. Niet dat ik daar
wat mee opgeschoten zou zijn want mijn buurvrouw is duidelijk niet thuis. Ook
de handige man een paar deuren verder is er niet. Niet zo heel vreemd
natuurlijk want het is kerstavond. De sleutelservice belooft mij binnen een uur
terug te bellen en dan kan iemand mij vertellen of ze er iets mee kunnen. Dan
bel ik mijn vriendin. Eigenlijk om te vragen of ze een ladder heeft, want boven
staat een raam open. “Ja uh, blond he” zeg
ik en nog geen tien minuten later staat ze voor de deur…. Redder in
noodgevallen. Gewapend met een schroefboormachine, twee kleerhangers, een
elastiek, badmintonracket , een ijzeren staaf en haar standaard big smile die
zonder woorden zegt “kom maar op dat varkentje gaan we wel eens wassen” of te
wel “geen dooie dingen baas” zoals zij placht te zeggen.
Mijn vriendin blijkt iemand met ervaring alleen mijn deur
is dat duidelijk niet. Of misschien weer wel want een en ander zit erg goed
dicht gespijkerd. Dat inbreken zo leuk is, had ik dan weer nooit kunnen denken.
We lachen heel wat af om onze eigen uitspraken waarvan ik de details beter
binnen kamers kan houden. Voor zover dat mogelijk is natuurlijk als je
buitengesloten voor de voordeur staat. Dat je overigens gewoon in kunt breken
op kerstavond en dat je daarbij niet eens zachtjes hoeft te doen, is me wel
duidelijk. Geen mens merkt ons op tijdens onze verwoede pogingen en heel stil
zijn we niet eens. Ook het bonken van de stalen pijp tegen het hout waarmee de
brievenbus aan de binnenkant dichtgespijkerd is, levert geen resultaat op. Tenminste
niet qua aandacht van buurtbewoners. Wel van de poes die van de gelegenheid
gebruikt maakt om het huis eens goed te verkennen. Ik neem me direct ook voor
om de poes te trainen in deuren open maken. Moet kunnen want die is niet blond.
Blond of blont, vraagt iemand me een paar dagen later. Uhhh nou blondt eigenlijk. Vroeger al hoorde ik altijd alle blondjesmoppen als eerste. En langzaam aan is “sorry blond he” mijn motto geworden. Nu ben ik inmiddels niet meer zo blond en ook niet zo blont meer als vroeger maar toch is het errug makkelijk. Ooit verfde ik mijn haar bruin maar zei uit gewoonte een dag later “ja sorry blond”. De man tegenover me keek me ineens erg “blont” aan met vragende ogen. Sindsdien is bruin geen optie meer.
Twee dagen later loop ik met sleutels weer naar buiten om
eens heerlijk mijn hoofd leeg te maken en te genieten van de buitenlucht. Nog
amper de straat uit begint het te gieten. Het rondje wordt zo kort mogelijk en
even later kom ik met sleutel maar wel als een verzopen kat weer thuis. Als ik
een berichtje op twitter plaats, krijg ik het antwoord “buienradar”. Pff ja dat had gekund. Maar ja…. “blond is
gewoon echt geen keuze”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten