Ik wil grote hoge rekken en geen sfeerverlichting. Ik wil
schroeven zien, bouten en moeren. Gereedschap, schroevendraaiers, hamers en beitels.
Houten palen waar je de splinters van verre ziet zitten. Kunststofrioolbuizen en
zwanenhalzen. Lijm in de meest achterlijke soorten zodat je als vrouw echt niet
weet wat je nodig hebt. En verf, maar dan gewoon alle blikken naast elkaar
alsof het een groot schilderspalet is waaruit je gewoon niet kunt kiezen. Ik
wil het gevoel hebben in een bouwmarkt te zijn. Het liefst waar bouwvakkers
rondlopen of toch op zijn minst de huis-tuin-en-keuken-doe-het-zelver. Als ik
sfeerplaatjes wilde, was ik wel gewoon naar een meubelboulevard gegaan. Op
zondag of liever nog op tweede kerstdag en dan in mijn nette kleding met hakken.
Vandaag is het genoeg geweest. De woonkamer is aan kant en
zelfs gezellig ook al hangt er nog niets aan de muren. Maar als je bij mij de
deur binnen komt, wil je het liefst weer omdraaien. Nou eigenlijk gebeurt dat
buiten al. Op de oprit, ook een groot woord overigens voor het plekje waar dan
ook maar net mijn auto past. Maar goed, op de oprit dus staan nog de kapotte
deuren, een kapot dakraam en zooi die de oude bewoners achter gelaten hebben. Aan
mijn keuken raam hangt een hartje met “Home sweet home” maar dat slaat in
combinatie met het tafereel buiten, natuurlijk nergens op. En als je dan binnen
bent dan is de hal nou ook niet het meest intieme gezellige tafereeltje. En het
toppunt vormt de trap. De trap waarop van die rare vloerbedekking dingen
opgeplakt zijn geweest en de sporen daarvan nog altijd zichtbaar zijn.
Lelijk vind ik ze. Spuuglelijk. Van die zelfde traptrede
gevallen. Halve maantjes heten ze, zie ik in de bouwmarkt. Verkeerde naam dus. Bij
de maan heb ik een romantisch gevoel maar dat krijg ik van deze maantjes toch
echt niet. En toch besluit ik er te kopen. Waarom koop je ze dan, kun je je afvragen.
Nou puur gemak dus. Het er gewoon simpel overheen plakken klinkt een stuk
sneller dan schuren en verven. En als we hier nou voor altijd zouden blijven
maar of dat gaat gebeuren… Ik gooi de donker grijze bijna zwarte
vloerbedekkinggevallen in het karretje en samen struinen we nog verder. Ik koop
een Stanleymes met extra mesjes en moertjes. En als de kers op de slagroom,
koop ik lijm.
Eenmaal thuis leg ik een “half maantje op de trap en kijk
er naar. Walgelijk. Dan loop ik naar boven waar ik nog zo’n trap heb. Alleen
met het verschil dat we daar de lijmresten nog vanaf gekrabd hebben. “Dat moet
wel hoor” zegt men maar gelukkig ben ik net zo eigenwijs als ik groot ben. Ik
ben een waardeloze doe-het-zelver maar doe het wel zelf dus bepaal ik ook zelf.
Dat is het voordeel er van. Ik leg een maantje op de trap en kijk of het werkt.
Of je er iets van ziet. Niet dus. Dan maak ik de trap zo schoon mogelijk maar
dan zonder de lijmresten weg te halen. Daarna
plak ik de maantje. Keurig snijd ik ze op maat. En dat de lijm er gewoon nog
zat…. Dat vertellen we lekker tegen niemand.
Dan neem ik een besluit. Ik ga de trap beneden verven.
Vanavond bel ik mijn vriendin en vraag of ik haar super sonische meest
geweldige schuurt echt alles en nog veel meer schuurmachine mag lenen. En het
eerst volgende weekend dat de kinderen er niet zijn, ga ik schilderen. Dan
slaap ik gewoon op de bank of plan na het schilderen een weekendje weg. En als
het dan klaar is……. dan zet ik misschien, heel misschien ook nog wel van die
geweldige teksten op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten