Hij is er zomaar ineens. Ik weet niet waar ik hem van ken of misschien ken ik hem wel helemaal niet. Maar nu zit hij naast me en schuift nog iets dichter naar me toe. Mijn hart slaat een slag over. Dat is niet erg, het slaat namelijk genoeg slagen in een minuut en de laatste minuten al helemaal. Hij is lief. Zo lief. Het is stil in huis en de kaarsjes branden. Ik hoor alleen zijn ademhaling en op de achtergrond Whitney Houston met “I will always love you”. Ik glimlach en hij kijkt me aan. “Bij dit nummer viel ik vroeger altijd in slaap” zeg ik “maar dan de versie van Dolly Parton. Grijs heb ik dat nummer gedraaid. Het stond op een cassettebandje en ik kon het bijna blind, in een keer precies goed terugspoelen”. Zijn ogen lachen naar mij terug. De sfeer is geladen maar heerlijk geladen. Ik heb een zwak voor hem. Ik merkte het meteen. Ik weet niet waarom, ik ken hem niet eens maar als zijn mond eindelijk de mijne raakt, smelt ik helemaal.
Uren liggen we tegen elkaar aan, zoenen elkaar en ik voel
zijn handen in mijn haar. Zachtjes trekt hij de speld uit mijn opgestoken haar.
Ik zou de tijd wel stil willen zetten. Gewoon de batterijen eruit halen. Ik
opper nog dat dat wel kan. We doen het twee keer per jaar, de klok verzetten,
dus waarom vanavond niet. Ik zou zo graag gewoon de tijd stopzetten en bij hem
blijven liggen. Ik verdrink in zijn ogen en hij verteld me steeds opnieuw hoe
mooi hij me vindt. Komt het door het verhaal van mijn vriendin? Hoe komt hij
hier ineens? Dit kan niet waar zijn. Oké kom maar op met het addertje onder het
gras. Het moet er zijn. Het is te mooi. Maar ik gooi alle bedenkingen
overboord. Hoe kan ik me nog iets afvragen als ik zijn ogen naar mij zie
kijken. De zachtheid die zijn ogen uitstralen hebben een magische werking op
mij.
Als het bijna ochtend is, moet hij gaan. Ik wil het niet
en ik zie hem aarzelen. Ik wil het moment vasthouden. En dus houden we elkaar
nog een keer stevig vast. Nog een zoen en nog één. Nog één keer in elkaars ogen
verdrinken, nog een keer zijn handen door mijn haar. Ik sla mijn armen om zijn
hals en kan zo uren blijven staan. De muziek zacht op de achtergrond. Ik dans
in zijn armen terwijl ik heel stil blijf staan. Dan gaat hij. Uren nadat hij door
deze deur binnen gekomen moet zijn, verdwijnt hij weer.
Het is een droom. Hij is mijn droom. En als ik wakker
word droom ik verder. Ik hou hem in mijn hart, voor altijd. Dan besef ik dat
het een droom is. Ik dacht ook al, geen inpakpapier onder de boom of ergens
rondslingerend in huis. Even dacht ik dat de Kerstman mijn vraag gehoord had.
Hoe kwam hij daar anders…. Het moet kerst geweest zijn. Het kan niet anders…. Het
moet begonnen zijn met de magie van kerst. Of het daarvoor of daarna gebeurde,
op kerstavond, eerste kerstdag, de tweede of de derde? Ik vroeg het nog in mijn
blog en amper een dag later is hij daar…. Mijn woorden neem ik terug. De Kerstman
bestaat. Maar alleen in mijn droom. Mijn droom, hij is mijn droom. Het is mijn magie“Binnen!
Binnen in mijn hart, binnen in mijn ziel, van binnen. Binnen in de droom die ik
met je wil beginnen. Je bent binnen!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten