Door en door nat staan ze daar in de menigte. Ze staan
iets voor mij. Het regent niet hard maar wel lang. Zo’n iets meer dan miezerige
regen die er voor zorgt dat je langzaamaan door en door nat wordt. Ze dacht
goed warm aangekleed te zijn, veel laagjes en een winddicht jack. Daaroverheen
nog een hel blauw regenjasje. Smurfin had hij haar genoemd waardoor zij vond
dat hij dan grote smurf moest zijn met zijn rode regencape. Zijn jack onder de
cape blijkt nu niet zo waterdicht, net zo als haar blauwe regenjasje. Daar komt
nog bij dat het water precies van het jack op haar broek loopt die nu helemaal
door een door nat is. Ook de capuchon laat meer water door dan er vanaf loopt
en dat wat er vanaf loopt, sijpelt weer precies het jasje in, in plaats van er
af. De druppels vinden hun weg over haar rug naar beneden. Maar ach zelfs dat
alles mag de pret niet drukken. Verliefd kijkt ze hem aan en hij voelt de zon
vanavond schijnen.
De volgende middag is het druk. Nog drukker dan de avond
ervoor. Maar nu schijnt dan ook de zon. Ineens is het zomer daar in Zeeland. De
muziek, de zon, het strand, de zee; iedereen is vrolijk. Witte tenten, zand en
palmbomen en zo’n 40 .000 blije vrolijke mensen die rondlopen, zingen, dansen,
zitten, eten en drinken maar vooral intens genieten. Ineens zie ik ze weer, nu
zonder regencape of jas. Haar armen zijn om zijn nek geslagen en ze dansen op
de klanken van een lied van Guus. De wereld lijkt op te houden en tegelijk te
beginnen, alleen zij tweeën. Links naast haar dansen drie mannen uitbundig en
aan de andere kant kijkt een serieuze man half jaloers naar het tafereel. Zijn
vrouw is niet in beweging te krijgen en kijkt zuur voor zich uit. Hij neemt nog
maar een slok van zijn bier en laat zijn fantasie over aan de zon en de muziek.
Een uur of twee later zit ik op een gekleurd kleed tegen
de dijk en kijk uit over het terrein. Duizenden mensen bewegen voor mijn ogen.
Ik laat de woorden van alle gespreken om mij heen binnen komen en weer gaan. De
muziek dreunt een heerlijk ritme en de woorden vervagen. Gefluit, gelach.
Meeuwen vliegen boven mijn hoofd. De wind verkoelt mijn armen en de zon
verwarmt mijn hoofd dat in een prettige roes van een groot verkoelend glas bier
verkeerd. Verderop ziet een man een vrouw, herkent haar en omhelst haar
uitbundig en stevig. Dan houdt hij haar op armlengte afstand. Kijkt nog eens
goed naar haar en knuffelt haar dan nog een keer. Voor mij zitten vier vrouwen
die duidelijk bij elkaar horen. Ze dragen een roze shirtje met ‘subgroep rocks’
en daaronder vier namen. Twee van hen staan op en kondigen aan dat ze wat te
drinken gaan halen. Een ervan is Emmie en ik gok naar de naam van de ander maar
of het klopt zal ik nooit weten. Over een paar uur komt Racoon en daarna Blof.
Ik kom voor Blof en voor Guus natuurlijk. Mijn Brabantse bloed kruipt waar het
niet gaan kan en dus ben ik levenslange fan van Guus. Maar nu zijn we in
Zeeland en dus verlang ik de woorden van Blof die me altijd aan het denken
zetten.
Zon, zee, strand en muziek. Naast mij ligt mijn lief met
zijn ogen dicht. De zon kleurt zijn voorhoofd dat waarschijnlijk straks een
kleur bruin zal vertonen die mij licht jaloers maakt en trots tegelijk. Om mij
heen dansen menen. Grote, kleine, dikke, dunne mensen met blonde, bruine of
zwarte haren. De een met laarzen aan en de ander op slippers. Ik hoor allerlei
accenten door elkaar uit alle windstreken met een boventoon van Zeeuws.
Dan trekt een man in pantalon en overhemd mijn aandacht.
Rustig loopt hij verder. Het lijkt bijna misplaatst en toch gewoon tegelijk.
Zoveel mensen, zoveel geluid en toch…. Ik kom hier tot rust. Ik geniet van de
zon en de omgeving. Life is good. Ik tel de uren tot Blof als sluitstuk de
mensenmassa tot gekte zal krijgen en tegelijk stel ik het uit. Ik zuig elke
minuut op. Dan ga ik liggen en staar naar de lucht. Wat een sfeer hier. Dank je
wel schat dat je mij hier mee naar toe nam. Want eindelijk na zoveel jaar ben
ik dan eindelijk hier. Ik ben hier en geniet. En plan alvast in mijn hoofd voor
volgend jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten