Als de man weg is, zegt ze ‘dat kan ik ook’. Haar vader
lacht. Haar grote ogen kijken hem aan,
gelooft hij haar niet? Maar ze weet het zeker, zij kan het ook. Net als de man
die er net was. Waarom lacht haar vader nu? Dan loopt ze naar hem toe en legt
haar handen op zijn borst. ‘Niet doen’ roept haar vader verschrikt terwijl hij
haar handen wegduwt’ het wordt net zo warm als bij hem.
Hij had al heel lang pijn, haar vader. Soms zo erg dat
hij helemaal wit in elkaar gedoken zat. Het was iets met zijn maag, helemaal
begreep ze het niet. In het ziekenhuis konden ze er niets aan doen. En toen
hoorde ze via iemand van de man met de genezende handen. Hij zou pijn weg
kunnen halen. Haar vader vond het maar onzin maar haar moeder bleef aandringen.
Ze konden het toch proberen. ‘Baat het niet dan schaadt het niet’ was de
insteek.
En het werkte. Al vanaf de eerste keer had haar vader
veel minder pijn. De man kwam terug en elke keer werd de pijn minder. Zij stond
elke keer te kijken. Ze wist heel zeker dat ze het ook kon. Pijn weghalen met
je handen. Maar van haar vader mocht ze het niet proberen. ‘Zo meteen krijg jij
het nog’ was zijn commentaar. Ze had er zich maar bij neergelegd. Tegen de
grote mensen kon ze toch niet op.
Vandaag zit ze bij wat ze thuis gekscherend ‘de
heksenkring’ noemen. Ondertussen weet ze dat zij het ook kan. Net als de man
van toen. Ook haar handen kunnen pijn weghalen. En voorzichtig probeert ze te
kijken wat ze nog meer kan. Haar handen glijden over de envelop met de foto.
Beelden en gedachten komen binnen. Ze schrijft alles op wat ze ‘doorkrijgt’.
Even later verteld de vrouw tegenover haar over de foto van haar dochter die
zij had meegenomen. ‘Lief met een scherp randje.' Ze lacht en herkent haar dochter. De vrouw verteld meer en alles klopt. Dan zegt ze half vragend: 'Genezende handen?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten