Voorzichtig pak ik het ding op en doof de volgende kaars.
Een hekel had ik aan zo’n ding vroeger. Wij hadden er een thuis. Een heel lelijke
goudkleurig ding. Maar ik blies de kaarsen liever uit. De rook, die lucht, ik
snoof het op om de geur in mijn geheugen te bewaren. Hij niet, hij vindt het
stinken. Maar hij mag niets zeggen, want hij rookt. Meestal doet hij de kaarsen
in de kamer uit voor we gaan slapen. Maar nu is hij er niet. Van hem kreeg ik
de kaarsendover en even, heel even is hij nu heel dicht bij mij.
Liefdevol pak ik de zilverensteel vast en even lijkt het
alsof hij hier in de kamer naast mij staat en mij vast houdt. De eerste kaars
wil niet uit, pas bij de derde keer proberen lukt het. Bij de tweede kaars duw
ik iets te ver en zie ik het kaarsvet aan het zilveren randje kleven. Maar dat
maakt niet uit. Trots ben ik dat ik de kaars gedoofd heb zonder rook te
veroorzaken. Trots kan hij op mij zijn. I did it. Zomaar, om hem een plezier te
doen terwijl hij er niet eens is. ‘Dus wie doet wie een plezier?’ denk ik.
Nog even sta ik met de kaarsendover in mijn handen. Deze
is mooi. Echt mooi. Maar mooi zou ik hem ook vinden als het een net zo lelijk
exemplaar zou zijn als die uit mijn jeugd. Dit is een souvenir. Mijn souvenir. De
zilveren kaarsendover is een souvenir, een aandenken aan onze eerste vakantie
samen. Op Koninginnedag struinde hij elke tafel en elk kleedje af op zoek. Ik
wist toen nog niet waarnaar, maar zijn enthousiasme was aanstekelijk.
Nieuwsgierig was ik, dat zeker. Toen de markt voorbij was, in de avond,
vertelde hij me wat hij gezocht had. En toen was er een dag later dat winkeltje
waar ik naar binnen wilde. Zomaar om er rond te neuzen. Just for fun. Maar hij
bonjourde me zonder pardon de winkel uit naar buiten en ik deed nog het gedwee
ook.
In de avond kreeg ik mijn cadeau. En ook al wist ik toen
inmiddels wat er in zou zitten, voelde ik de spanning en kinderlijk verlangen
bij het uitpakken. En nu ligt het op mijn kast. Meestal doet hij de kaarsen uit
in de avond. De kaarsen, de verwarming en de lampen uit en de deuren op slot. Maar
vanavond niet. Nu is hij niet hier en probeer ik om niet per ongeluk iets over
te slaan. De deuren dicht, de verwarming laag, de lampen zijn uit en de kaarsen nu
ook. Hij is niet hier, niet echt. Maar in kleine dingen is hij hier, in mijn
hoofd en in mijn hart. Gewoon door een simpel iets als een kaarsendover.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten