vrijdag 28 maart 2014

Geven en nemen

‘Geven’ staat er vandaag op de kalender. ‘Geven’ is vandaag de rode draad. ‘Geven en nemen’. 

Het ‘geven’ heb ik wel geleerd. Al vroeg leerde mijn moeder mij dat geven belangrijk was. Je was goed als je iets gaf. Iets doen voor een ander, de ander van alles geven. Maar ze vergat mij om ook ‘nemen’ te leren. Nemen was zelfs niet goed. Bij nemen was je egoïstisch. Misschien vergat ze het niet, maar kon ze het niet. Kon ze mij het nemen niet leren omdat ze het zelf nooit geleerd had. 


Dus gaf ik. Altijd, overal en aan iedereen. Aan iedereen behalve aan mezelf. Ik vergat aan mezelf te geven en durfde niet te nemen. En daar loop ik nu stuk. Want hoe kan iemand anders mij geven als ik niet kan nemen. Ondertussen heb ik het denk ik wel een beetje geleerd. Maar duidelijk nog niet genoeg. Als het gaat om de mensen van wie ik houd, geef ik liever. En vandaag laat zij mij beseffen hoe het dan andersom is. Hoe het voor de ander is om te geven als ik het niet kan aannemen. 

Geven kan niet zonder nemen. Het moet in evenwicht zijn en hoe nobel het ook is dat ik graag geef, ik verlies het evenwicht. Niet bewust, maar onbewust kwets ik dus de ander door niet aan te nemen. Het ergste daarbij is dat ik het juist zo dolgraag gewoon aan zou willen nemen maar dat ik blokkeer. Het lukt mij niet. Waarom het niet lukt? Tig antwoorden spoken door mijn hoofd. Ik laat ze eerst maar eens bezinken en focus weer op het geven en nemen. 
'Het ergste is dat ik het juist zo dolgraag zou willen aannemen' 
Al als ik nog bij haar ben, maar thuis nog meer, besef ik hoe vervelend het voor degene moet zijn die van mij houden. Hoe zou ik me voelen als ik zou willen geven maar de ander laat het niet toe. Ik zou me waarschijnlijk afgewezen voelen. Nog zo’n dingetje… Afwijzen en afgewezen worden. Het ergste is dat ik weet hoe het voelt als ik wil geven en het wordt niet geaccepteerd. Want mijn moeder kan het ook niet. Gewoon iets accepteren, aannemen en er van genieten. Naar vind ik dat. Boos voel ik me dan, dat ze mij niet toelaat. En nu besef ik dat ik dat ook doe. Even ben ik stil, uit het veld geslagen stil. Stil en verdrietig om wat ik onbewust heb gedaan. 

Op het toilet zie ik dat de kalender een dag te ver is omgeslagen. Uit automatisme sla ik het kleine blaadje om, terug naar vandaag. ‘Geven’ staat er. Niets meer, niets minder. Even staar ik naar het woord. Werk aan de winkel. Ik ga leren om aan te nemen. Dat zal vast nog lastig worden want het geven en niet nemen zit er ingesleten. En niet een beetje ook.

Maar waar een wil is, is een weg. De wil is er want ik wil dat geven en nemen in evenwicht komt. Dat ik de mensen die zoveel van mij houden, geen pijn meer doe door hun geven niet aan te nemen. Dus roep ik hierbij iedereen die dit leest op. Als je merkt dat ik iets afwimpel, noem even het woord ‘blog’ en laat me beseffen wat ik doe. Ik doe het namelijk niet bewust en wil je zeker niet afwijzen of kwetsen. Ik ben juist blij als iemand iets wil geven aan mij en ik wil het ook dolgraag aannemen. Ik heb het alleen nooit geleerd, net als duiken, skiën, kiten, windsurfen, snowboarden etc etc. Maar ik wil het wel graag leren! Dus help mij alsjeblieft. 


zondag 23 maart 2014

Altijd een keuze

Ineens heb ik de behoefte om te schrijven. Als ik eenmaal zit en mijn vingers over het toetsenbord glijden, komt er een rustig gevoel over mij heen. Het is lang geleden dat ik iets zomaar op schreef voor mijzelf. Zonder reden. Te lang geleden merk ik nu.

‘Soms lijkt het alsof ik verder van mezelf kom te staan’ zei iemand tegen mij, ‘Sommige dingen vindt ik leuk en geven me juist een goed en rustig gevoel, maar andere dingen niet’. Herkenbaar. Ik doe de dingen anders dan een jaar geleden. En anders dan een twee jaar of vijf jaar geleden. Ik doe dingen nu wel of juist niet meer. De vraag is niet zo zeer door wie of door wat het komt, maar waarom ik het zo doe. Want de beslissing ligt altijd bij jezelf.

Waarom schrijf ik niet zoveel meer? Blijkbaar heb ik andere prioriteiten. Hetzelfde als waarom ik met sommige vriendinnen minder afspreek. In die relaties is er niets veranderd. Het zijn nog steeds mijn vriendinnen en ze zijn zeker niet minder belangrijk geworden. Waarom ik ze dan minder zie? Mijn agenda zit volgepland met zakelijke afspraken en als ik thuis ben, ben ik soms gewoon te moe. Was dat vorig jaar anders? Ja wel iets maar ook toen had ik drukke weken en toch had ik meer tijd voor afspraken en schreef ik bladzijden vol.
'als ik de zin getypt heb, moet ik er even van bijkomen'
Dus wat is er nog meer anders dan bijvoorbeeld een jaar of twee jaar geleden. Mijn relatie, en ja daardoor is mijn tijdsindeling anders geworden. Maar ligt het aan hem als ik bepaalde afspraken niet meer maak? Nee, ik heb nog altijd de keuze om het wel te doen. Alleen weeg ik nu de tijden af. Onbewust scan ik hoeveel tijd ik heb en wat ik moet opgeven bij de ene keuze en wat bij de andere. En dan maak ik een keuze. Een keuze tussen schrijven, lezen, bijkletsen met een vriendin of tijd met mijn gezin besteden. Ik maak een keuze. IK.

Als ik de zin getypt heb, moet ik er even van bijkomen. Ik staat naar het simpele kleine woordje wat eigenlijk zoveel bevat. In die twee letters zitten veel ervaringen, mooie herinneringen, patronen die er ingesleten zijn, hoop, liefde, verlangen, wensen, misstappen, kwesties van vallen en weer opstaan, gevoel, kracht, zwaktes, geluk, verdriet, verleden, heden en toekomst. Alles wat ik was, ben en ooit hoop te zijn. Ik met alles wat daarbij hoort.




Waarom zet degene die de woorden sprak zich zo ver van zichzelf vandaan? Ik weet het niet. Ik kan het ook niet weten en wat nog belangrijker is, ik kan het niet oplossen. De keuze die je maakt om te zijn wie je bent, waar je bent en bij wie je bent liggen in jezelf. En je kunt alleen jezelf maar vragen waarom je die keuze maakt. Wat brengt jou ergens naar toe? En waarom maak je bewust of onbewust de keuzes.


Als mijn vingers over het toetsenbord glijden, weet ik wanneer en waarom ik nu de keuze maak om schrijven. Om te zijn wie ik ben. Om het gesprek met mezelf aan te gaan. Om naar de antwoorden in mezelf te luisteren. Om te voelen waar ik voor sta, wat ik wil en waarom. Om te voelen waar ik denk dat mijn weg naar toe gaat en om de kracht te vinden om dat pad te blijven bewandelen en niet op te geven. Om bewust te worden van mijn onbewuste zijn.

zondag 16 maart 2014

Hiep hiep hoera voor jou!

Zij maakte krullen van de aardappelschillen. Ze kon een aardappel schillen zonder te stoppen. Met open mond keek ik dan naar de lange dunnen schil die in krullen naar beneden hing. Mijn oma was mijn held, mijn voorbeeld. Ze was altijd vrolijk. Tenminste in mijn herinneringen. En ze danste altijd door de kamer.

Vandaag is haar verjaardag. Of moet ik zeggen ‘was haar verjaardag’ want zij overleed toen ik 12 jaar oud was. Vandaag zou ze 113 jaar geworden zijn en zou ze genoten hebben van alle aandacht. Van mijn kinderen die ze nooit heeft kunnen vasthouden en knuffelen. Ze zou hebben gepraat over de anderen die zoveel ouder geworden waren en in gedachten nog steeds 18 zijn geweest. Ze zou natuurlijk nog fit geweest zijn want mijn oma en ziek zijn ging niet zo goed samen. Ze zou alle kaarsen hebben verzameld en aangestoken. En het liefst zou ze gekaart hebben met wat lekkers erbij. Mijn oma hield van gezelligheid, van lezen, spelletjes doen met thee en wat lekkers en kaarslicht. Ik was graag bij haar. Het leek alsof ze altijd de zonnige kant van het leven zag.

'Ze zou alle kaarsen hebben verzameld en aangestoken'

Nu brandt er een kaarsje bij haar foto en denk ik aan alle mooie herinneringen die ik aan haar heb. Samen naar de kermis. Wandelen met de looppop die ze voor mij gewonnen had en rolschaatsen van de boom naar haar en omgekeerd, net zo lang tot het lukte. Ze woonde bij ons in huis en hoewel mijn moeder daar echt hele andere herinneringen aan heeft, was het voor mij de eerste stopplaats als ik thuis kwam uit school. Soms verlangde ik er naar dat ze ergens anders woonde. Niet omdat het niet fijn was dat ze altijd bij mij was. Nee, gewoon omdat ik dan net als alle andere kinderen in de klas op zondag met de auto of de fiets naar mijn oma zou kunnen gaan.

Vandaag vier ik dat mijn oma mijn oma was. Dat ze nog elke dag bij mij is en ik haar altijd weer om raad vraag. Dan bedenk ik wat mijn oma gezegd zou hebben. Voel ik de troostende arm om mij heen of zie ik haar trotse lach. Ik hoor haar zingen en zie haar dansen.
Lieve oma, gefeliciteerd met je verjaardag en maak er daar boven maar een groot feest van.