Op het scheepje van je leven,
ben je kapitein naast God.
Om de juiste koers te varen,
langs de klippen van het lot.
Ik wens je dus bij dag en nacht,
behouden vaart en goede wacht.
Ze schreef het in mijn poëzie album toen
ik een jaar of 7 a 8 was. Gisteren had ik haar aan de telefoon en verzekerde ze
mij dat het echt goed zou komen. Ik knikte wat ze aan de telefoon natuurlijk helemaal
niet kon zien. Ik zou haar zo graag geloven. Net als toen ik, de voor toen nog
veel te moeilijke tekst, in het kleine oranje boekje las.
Ik had haar niet ge-e-maild, niet gebeld
of ge-sms’t, maar wel aan haar gedacht.
Ik wilde nog even uitstellen. Uitstellen… ‘in de hoop op’ of ‘tegen beter weten
in’. Ik weet het niet eens. Maar de gedachte was blijkbaar genoeg en dus belde
zij mij. Om een andere reden, dat wel. Maar toch… Heel even hoopte ik nog dat
ze niet zou vragen hoe het met me was. Alsof ze dat niet zou doen, ik moet toch
beter weten. De hoop was vooral omdat ik weet dat ik me ten opzichte van haar
niet groot kan houden. Iets verbergen is onmogelijk. En waarom zou ik eigenlijk
ook. Ze leeft al mijn hele leven met mij mee.
En meestal geeft ze goed advies. Maar
hierin is dat wel lastig. Hierin ben ik helaas de ‘ervaringsdeskundige’ zoals
iemand vorige week nog grapte. Nu lijkt de grap nog zuurder dan toen. Ik hoop
ook echt uit de grond van mijn hart, dat zij de ervaring nooit krijgt. Want hoe
meer ervaring hoe minder je durft te vertrouwen in deze. En is dat niet de
helft van de truc? Er onbekommerd instappen. Het meest ironische is nog wel dat het anderen dan blijkbaar weer aantrekt. En ik weet niet of ik daar nu wel of niet op zit te wachten.
'Op terrasjes zullen we muntthee drinken...'
Op het scheepje van je leven… Vanmorgen
moest ik ineens aan het gedichtje denken. Ik zie zelfs het poëzie plaatje van
het bootje dat er bij geplakt was nog voor me. Het heeft iets weg van het
gedicht ‘de voetstappen’. Alleen werd ik deze keer niet gedragen maar is er
waarschijnlijk met me meegevaren of gezwommen. Wie zal het zeggen. En terwijl
ik het denk, besluit ik dat ik de metaforen van de berg en het scheepje misschien
maar eens moet laten varen. De berg past niet bij mij want ik heb hoogtevrees.
Hoe kun je nu met een goed gevoel de berg op gaan als je ondertussen al je
spieren voelt spannen van angst. En met het bootje is het al net zo. Ik vind
het heerlijk om te zeilen, zelfs als de boot zo schuin gaat dat je het gevoel
hebt te staan in plaats van te zitten. Maar te vaak ben ik op een boot bij ‘verkeerde’
stroming ziek geweest en het gevoel gehad dat ik er groen en geel weer vanaf
kwam.
Mijn metafoor wordt de wandeling. Langs
het strand en door de duinen. Door weiden en dorpjes. Met mijn blote voeten
door het zand of het gras. Met mijn haren in de wind en de zon op mijn gezicht.
En dan zal ik lopen, hand in hand en soms achter elkaar. Prachtige uitzichten
zullen we tegen komen. Op terrasjes zullen we muntthee drinken en overnachten
in hotelletjes en op campings. We zullen neerploffen op het strand of spetteren
in de branding. We zullen bloemen plukken in de velden en op alle plekken van
Nederland de zon op zien komen en weer ondergaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten