Gisteravond waren ze thuis gekomen, thuis van de
vakantie. Eigenlijk haar vakantie en die van de kids. Maar voor haar gevoel was
het hun eerste vakantie. Ook al had hij moeten werken, hij was er bijna elke
dag geweest. Overdag had ze met de kinderen genoten van de rust, van het niets
moeten, van af en toe bezoek en vooral ook van elkaar. Laat in de middag begon
ze dan met rustig het eten voorbereiden. Het was lang geleden dat ze daar zo
van had kunnen genieten. De meeste dagen is het snel snel en het leuke van
koken was in de loop van de tijd weggezakt. Nu kon ze weer rustig nadenken,
marinades maken en heerlijk buiten alle voorbereidingen treffen. Dat de lol van
het koken niet alleen in de rust zat, wist ze natuurlijk ook wel. Het eten
koken voor degene die je lief hebt is altijd veel leuker. En natuurlijk houdt
ze vreselijk veel van haar kinderen maar met hem erbij is het anders, net even
leuker. Gek wat liefde en verliefd zijn met je doet. In de avonden had ze de
meeste tijd van hem kunnen genieten. Gewoon van dat hij er was, daar bij haar
en bij de kinderen. Hij hoorde er al helemaal bij. De kinderen accepteerden hem
onvoorwaardelijk en daar kon ze enorm van genieten.
Vanochtend was hij vroeg op gestaan, zoals de meeste
ochtenden. Zij had nog even liggen doezelen in bed. Nu had ze hem net gedag
gezegd. Ze hadden elkaar vast gehouden en gekust. Voor het eerst zouden er een
paar dagen voorbij gaan voor ze hem weer zag. Niks ernstigs. Vandaag zou hij
met vrienden op staan gaan en morgen moest hij een aantal privé zaken regelen. De
auto reedt weg. Ze zwaaide hem na en ging onbevangen naar binnen. Pakte wat kopjes van het aanrecht om ze in de
vaatwasser te zetten en toen ineens wat het er dus. Dat angstige gevoel dat ze
hem kwijt zou raken. Als in een droom, een nachtmerrie vlogen de gedachten door
haar hoofd. Een nachtmerrie waarin je beseft dat het een nare droom is die je wil
stoppen, wakker wil worden, maar niet kunt. Ze spookten maar door haar hoofd,
flitsen en in een razend tempo. Boze nare gedachten. Als kleine duiveltjes. Wat
als hij zich bedacht. Wat als hij een heel gezin toch te druk vond en wat als
hij morgen zijn ex zou zien en ze er achter kwamen dat het nog niet voorbij
was. Dat ze er toch graag voor wilde vechten. Hij had tenslotte zielsveel van
haar gehouden. En zij was de moeder van zijn dochter. Verdriet had hen uit
elkaar gehaald. Maar misschien was er gewoon een time-out nodig om te beseffen dat
het houden van niet gestopt was. Ze elkaar kwijt geraakt waren in hun tocht met
een gezamenlijk doel. Wat als ze morgen besefte dat ze toch samen verder
wilden. Hoe mooi zou dat eigenlijk zijn. Ze schrok niet eens van deze gedachte.
Want ze hield van hem en wilde dus niets liever dan dat hij gelukkig zou zijn.
Maar heel diep van binnen sprak een klein egoïstisch duiveltje…. “maar dan dus
wel gewoon met jou”. “Nee!” ze wilde
zich zelf toespreken. Zo is liefde niet. Als je van iemand houdt, kun je
loslaten, de ander gelukkig laten worden ook al doet jou dat pijn.
Onder al die gedachte was ze hard aan de slag gegaan. Maar
de boze duiveltjes in haar gedachten wilden maar niet verdwijnen. Opruimen,
stofzuigen… alsof ze alle sporen wilde
uitwissen. Als in een trance pakte ze de bloemen die ze de eerste dag van hem
gekregen had uit de vaas en gooide ze in een beweging in de vuilnisbak. Het
vieze stinkende water spoelde ze weg. Daarna liep ze er zonder er bij na te
denken terug naar de vuilnisbak en pakte de bloemen er weer uit. Voorzichtig probeerde
ze de rozen uit de bos te halen in een poging dit eerste tastbare gevoel van de
liefde voor haar te kunnen bewaren. Maar alle blaadjes lieten los en vielen
uiteen in haar hand. Ademloos keek ze naar de losse blaadjes. “Als los zand”
dacht ze, en herinnerde zich het gedicht dat ze eens lang geleden schreef. Lang
geleden toen ze besefte dat ze zich zelf was kwijt geraakt. Tranen biggelden
over haar wangen.
Als ze boven komt ziet ze een bericht op haar telefoon. “Ik
hou van jou omdat jij jij bent” staat er. Opnieuw komen er tranen in haar ogen.
Een zwaar gevoel valt van haar af. “Dank je, lief” schrijft ze terug, “had ik
inderdaad even nodig”. Ze staart voor zich uit en zucht. Vertrouw nu maar, zegt
een stemmetje in haar hoofd. Laat los en vertrouw. Het duiveltje heeft plaatsgemaakt
voor een klein lief engeltje. “Wees niet bang” schrijft hij even later. Het is
alsof hij haar gevoel, haar gedachten kan lezen. “Ik doe mijn best”, schrijft
ze, “Ik probeer los te laten en te vertrouwen. Te vertrouwen op onze liefde”. “Vertrouw
maar” antwoord hij haar, “vertrouw maar op ons, op mij. Probeer het, ik snap
dat het lastig is, maar ik ben echt niet zomaar weg.” Drie kruisjes als kusjes
sluiten het bericht.
Ze zucht en probeert opnieuw los te laten. Los te laten
en te vertrouwen, hoe moeilijk dat ook is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten