maandag 14 april 2014

Geluksenergie voor diepe dalen

Half slaperig probeer ik de wekker uit te zetten. Het geluid stopt niet en lijkt alleen maar harder te worden. De vogels kwetteren er lustig op los. Dan besef ik dat het niet mijn wekker met vogelgeluiden is maar puur natuur. De storm van vannacht is gaan liggen en een nieuwe vrolijke dag ligt klaar om opgeraapt te worden. Ik draai me nog heel even om, half wakker snooze ik nog even door tot ook de vogels van de wekker zijn opgestaan. 

Een paar uur later is de dag ineens nog mooier. Een sms'je kleurt mijn dag tot een prachtig dieprood. Het rood van Marco's 'vandaag is rood' rood. En de vogels zingen door mijn hoofd en de vlinders fladderen door mijn hele lijf. De avond die in het vooruitzicht ligt, laat mijn gezicht nu al stralen. Opgewekt maakt ik de laatste e-mails af om daarna bijna fluitend de auto in te stappen op weg naar de afspraken die de agenda vullen. Mijn dag kan niet meer stuk. De kunst is nu om vooral geen verwachtingen te creëren en de dag, de dag te laten zijn. 

'ik wil dat het altijd goed is, maar dat kan niet' 

Onderweg klinken de liedjes op de radio vrolijk door en ontstaan er diverse plannen in mijn hoofd. Hoewel het hard waait, merk ik vooral dat de zon schijnt. Ik voel me intens gelukkig. En ineens moet ik denken aan een uitspraak van vorige week. 'Ik wil dat het altijd goed is maar dat kan niet'  zei ze tegen mij. Ik ken dat gevoel en eigenlijk wil ik dat ook. Dat het niet kan, weten we allebei echt wel, maar toch. Een heel gesprek hadden we er over. En dat het leven ups en downs kent. Dat dat ook goed is. En toch...

Nu hier onderweg in de auto bedenk ik me, dat ik me zo gelukkig kan voelen juist omdat het even minder ging. Ineens waardeer ik dit nog veel meer dan eerst. Het is zo cliché maar er inderdaad zijn geen bergen zonder dalen. Je weet niet wat stilte is zonder geluid. Het een kan niet zonder het ander. Zouden we nog net zoveel genieten van de zon als die elke dag je huid zou verwarmen. Heel even ben ik geneigd om toch 'ja'  te denken. En heel even denk ik ook 'zonder vriezen kan ik de zon ook waarderen' en 'de dalen hoeven toch ook niet heel diep te zijn'. 

Het is waarschijnlijk menseigen om alleen de toppen te willen hebben en niet de dalen. Maar hoe eenzaam zou het zijn als je alleen maar op de top zou staan. En hoe druk ook als we daar allemaal willen zijn... Voor vandaag geniet ik van mijn geluksgevoel. Ik adem het intens in en laat het mijn hart verwarmen. Heel even heb ik het gevoel dat ik minimaal zo gelukkig kijk als afgelopen vrijdag. Toen ik ook het gevoel had dat er zo'n big smile op mijn gezicht zat, dat daar de hele trein van kon meegenieten. Dat als ze de energie die ik voelde zouden kunnen opvangen, de trein er misschien wel van naar mijn bestemming zou kunnen rijden. 

Hoe gaaf zou dat toch zijn. En hoeveel meer zouden we dan dat gevoel kunnen waarderen. Misschien is dat wel een idee voor alle smartkiddo's. Het opvangen van de energie die vrij komt als je je gelukkig voelt. Als ik dan maar geen panelen op mijn hoofd hoef of een molen in de tuin...


zaterdag 5 april 2014

Gematigd zeeklimaat

Vandaag zit ik opgesloten. Opgesloten in een huis dat mijn huis niet is. Het is letterlijk niet mijn huis en voelt niet als mijn huis. Opgejaagd maar niet weten waar naar toe hou ik vast aan een soort van rietstengel. Maar niet alleen opgesloten in het huis, ook opgesloten in mijzelf. Waar gisteren de wereld nog zonnig leek, hangt er nu een grauwe mist.

Is het omdat ik in Nederland woon of opgegroeid ben. Mijn gevoel lijkt de laatste tijd op het weer. Het lijkt zo veranderlijk. Toch heerst er ook in mij een gematigd zeeklimaat. Geen kwestie van extremen. Als het een paar dagen warm is, denk ik al dat er vast regen moet gaan komen. Laat staan dat de temperaturen oplopen… Een week, twee weken, drie weken… Een lange hete zomer? Dan moet het vast wel snel gaan vriezen. 

Je kiest je eigen pad. Je roept af wat je zegt en vooral wat je denkt. Is dat het? In het boek ‘Het miljonairsbrein ontrafeld’ van T. Harv Eker lees ik dat je anders moet denken. Als je genoeg hebt aan ‘net genoeg’ zal je niet meer krijgen. Ik betrap mezelf op veel ‘fouten’. Gestaag lees ik door. Niet vaak maar ik hou wel vol. Tot vorige week… ‘Ben je bereid veel te werken’ staat er in. Ja hoor, dat doe ik al. ‘Ben je bereid om het zien van je familie, je vrienden en leuke dingen op te geven?’ En ineens rinkelen alle alarmbellen. ‘NEE!!!’ schreeuwt het in mij. Alles kan ik opgeven maar niet mijn gezin. Met een klap sla ik het boek dicht. Ineens is alles mij duidelijk.

‘NEE...!!!’ schreeuwt het in mij.

‘Je krijgt wat je vraagt’ zegt een paar dagen later iemand tegen mij. Het is een uitspraak in een heel ander verband maar brengt mij weer even terug bij mijzelf. Elke dag teken ik op de douchewand wat ik graag wil ontvangen. Maar kan ik het ook aannemen? Of denk ik tegelijk dat het niet voor mij bestemd is? Waar gaat het fout? Is het mijn Nederlandse gematigde zeeklimaat? Doe maar gewoon dan doe je gek genoeg. Maar juist dat ‘gewoon’ daar word ik zo gelukkig van. De kleine dingen maken mij zo compleet en blij.

Stiekem kijk ik op de klok. Nog even, maar is het dan anders? Dan komt er in elk geval niet zomaar iemand binnendringen. Of is een dreigend gevaar weer even van mijn radar. Nog steeds is het huis niet mijn huis. Wat ik ook probeer te doen. Het leek een thuis maar dat lag niet aan het huis. Het zijn de mensen in het huis die mij mijn thuisgevoel geven. Maar niet vandaag. Vandaag ben ik alleen. En alleen zijn is prima alleen niet hier in dit huis. Buiten in het zonnetje lijkt de wereld al iets minder kil. Binnen wachten klusjes op mij die ik het liefst voor me uit zou schuiven. Maar ja, ik ben een Nederlander en dus moet het vandaag in plaats van morgen. Als ik mijn ogen dicht doe voel ik de zon op mijn huid branden. Meeuwen maken een zo typische zee geluid en even denk ik dat ik het water kan horen.


Dan denk ik terug aan alle dagen, weekenden of vakantie aan zee. Het zand door mijn tenen, het water dat ruist en klotst en de zilte lucht. Even voel ik me thuis in mezelf. Dan besluit ik: ‘ik wil wel het zeeklimaat maar niet meer gematigd’. 


vrijdag 4 april 2014

Oorlog of vrede?

‘Er heerst een oorlog in mij’ zegt ze en kijkt wazig voor haar uit. ‘En in een oorlog zijn altijd alleen maar verliezers.  Maar ik weet niet wat ik moet doen om het te stoppen. Ik weet het niet. Het lijkt wel alsof alles wat ik had, aangevallen wordt. Ik wil het beschermen maar ik kan het niet. Ik kan niet eens mezelf beschermen zonder dat ik geraakt word.’ Ze kijkt me aan, verdriet en wanhoop in haar ogen. ‘Snap je wat ik bedoel?’ vraagt ze dan. En ik knik.

Ik ken het worstelen maar ik kan niet helpen. Niemand kan haar helpen als zij het niet toe laat. En toelaten betekent dat het pijn gaat doen. Heel erg pijn. Dus doet ze liever zich zelf pijn. Wat zou ik haar graag even vasthouden en zeggen dat alles goed komt. Maar komt het goed? Ik weet het niet omdat zij het bepaalt. Ze bepaalt of ze er met haar hart voor zal gaan of met haar verstand gaat kiezen. Zal ze de pijn toelaten of kiest ze voor de schijnveiligheid. Alleen weet ze zelf niet eens dat ze een keuze heeft.
't zijn niet mijn stappen die de grond zo doen trillen of...'
Ook in mij botst het. Het stormt. Ik kan blind varen op mijn gevoel maar dan in eens is er een  situatie waarbij ik zo aan mezelf twijfel omdat ik iets voel of weet maar dat het zo absurd is dat je het gewoon niet kunt geloven. Vol twijfels en vol vragen waar je eigenlijk gewoon een duidelijk antwoord op wilt hebben. Waar ik een antwoord op wil hebben maar wat onmogelijk is om te krijgen. Want wat de toekomst gaat brengen, weten we niet. Dan is het verwarrend. Ik wil grip krijgen zeker als de wereld om mij heen vervaagt. De vragen en antwoorden tollen door mijn hoofd en even weet ik niet meer of deze antwoorden gewoon komen of dat ik ze wens. Of ik wakker ben of droom. Of het oorlog is of vrede?

Het voordeel van storm is dat het opruimt. Dat de blaadjes van de bomen gerukt worden en ergens anders als mest de grond weer vruchtbaar maken. Even zijn de takken somber en droevig en vooral lijken ze zo kwetsbaar. Maar als ze overleven zullen ze voller bloeien dan ooit te voren.

Mijn storm raast door mij heen. Ik weet niet meer waar mijn twijfel, mijn twijfel is. Waar mijn angst, mijn angst is en even weet ik ook niet meer waar mijn vertrouwen in mijzelf gebleven is. Is mijn twijfel nu mijn of jouw twijfel of lopen onze wegen door elkaar? De angst die ik voel, wiens angst is dat? Mijn grenzen zijn dat eigenlijk wel grenzen. En waar zijn jouw grenzen? Waar ben jij? Mijn rust is verdwenen en ik voel de strijd die woedt. De strijd die niet mijn strijd is maar doordat ik mij zo verbonden voel met de anders alsnog mijn strijd geworden is. De grond trilt onder mijn voeten. Ik wil het wel stoppen maar het zijn niet mijn stappen die de grond zo doen trillen of toch wel? Verbaasd kijk ik om mij heen. Ik adem diep in en sluit mijn ogen. De oorlog maakt alleen slachtoffers. Dus laat het in hemelsnaam vrede zijn met alleen een paar flinke stormen want die overleef ik wel. Laat het maar eens echt stormen en laten alle takken maar eens kaal worden. Laat de boom kwetsbaar zijn maar echt. En laat dan in mei de boom weer gaan bloeien. Gaan bloeien als nooit daarvoor.