zaterdag 20 juli 2013

Beelddenker

‘Toch mis ik het wel’ zegt hij, ‘mijn Bob de Bouwer dekbed.’ Ik doe echt mijn best om mijn lach in te houden maar het lukt niet. ‘Vooral mijn kussensloop met de Bob de Bouwer helm,’ vervolgt hij. ‘En dan zo gaan liggen dat de helm om je hoofd zit. En dan het dekbed met de overal tot net onder je kin.’ Ik proest het uit. Ik ben een beelddenker. Enne als ik zeg dat de man in kwestie de 40 gepasseerd is, hoef ik denk ik niets meer uit te leggen.

We zitten op een terrasje loom te genieten van de zon. Maar blijkbaar verveelt hij zich. Aan zijn ogen zie ik dat er nog meer gaat komen en stiekem verheug ik me er al op. ‘Oh ja en dan mijn Baantjer dekbed,’ vervolgt hij. Ik trek mijn wenkbrauwen op. Baantjer dekbed? Bestaan die dan, denk ik nog even heel naïef. Hij knikt vol overtuiging. ‘Dan lig je zo op je rug en dan het dekbed zo tot hier’ zegt hij en wijst net onder  zijn hals. ‘En dan hier’ hij wijst van zijn buik richting zijn hoofd, ‘ligt het lijk. Uiteraard met heel veel bloed en zo.’ Ik gniffel ‘Oh dat slaapt zo lekker he.’ Stiekem denk ik dat het nog zou verkopen ook.
Uh ik dacht even wat anders’ beken ik voorzichtig en voel mijn wangen licht rood worden.
Voor mij zit het verschil in dekbedden vooral in de stof. Katoen of zijde bijvoorbeeld. En in het design natuurlijk. Alleen dan design in bloemetjes, streepjes of varianten daarop. Ik ben niet van de stripfiguren. Ook niet toen de kinderen nog maar vier of vijf waren. De slaapkamer voor de kinderen moet een slaapkamer zijn en geen speelparadijs zodat ze helemaal niet meer kunnen slapen. Rust en reinheid staan ouderwets in het vaandel. Helaas is het door ruimtegebrek soms wel eens wat veranderd, maar stripfiguren op de dekbedden heb ik altijd kunnen weren. Subtiel meld ik dus dat Bob er bij mij niet in zou komen. Tenminste niet als hij bouwer is met een gele helm en op een dekbed prijkt.
 

Playboy dekbed

Na nog twee slokken bier gaat hij echt los en komt de variant ‘het playboy dekbed’ aan bod. Ik zeg even niks en vraag me af hoe lang ik zo wijselijk mijn mond kan houden. Maar mijn vragende ogen dagen hem blijkbaar genoeg uit om verder te gaan. ‘Kijk’ zegt hij, ‘dan lig ik zo’ en hij demonstreert theatraal hoe het dekbed over hem heen zou moeten liggen.  Ik denk dat ik weet wat er gaat komen maar dan legt hij keurig uit hoe zijn hoofd dan precies op het gebruinde en gespierde lichaam past dat uiteraard aan alle zowel mannelijke als vrouwelijke verwachtingen voldoet. De verbazing is blijkbaar van mijn gezicht af te lezen en zijn ogen lachen. ‘Uh ik dacht even wat anders’ beken ik voorzichtig en voel mijn wangen licht rood worden. ‘Ik dacht even dat je je voorstelde hoe je onder perfecte dames zou liggen,’ stamel ik. Dan lacht hij voluit. ‘Ik was ook nog niet klaar met vertellen wat of wie er allemaal nog meer bij ligt’ zegt hij ‘Zo hier ergens ...’ en hij wijst naar een plek zodat het schaamrood nu echt mijn kaken kleurt. Want tja, ik ben een beelddenker. Daarna vraag ik me af of hij ook weet hoe je een vrouw blij maakt in bed ...

  

woensdag 17 juli 2013

Op de vlucht het weiland in of …

‘Die is al ervaren’ zegt hij en wijst naar een voorbij lopende vrouw in een witte badjas met oranje ceintuur. Ik trek mijn wenkbrauwen omhoog en kijk hem vragend aan. ‘Oranje band!’ verduidelijkt hij. ‘Duidelijk een beginner’ volgt er dan en hij knikt met zijn hoofd naar een rondkijkend en duidelijk zoekend meisje in een blauwe badjas met ‘witte band’. ‘Ach daar is de sensei al’ grapt hij verder als er een man richting het meisje loopt. Ik gniffel. Mijn zoon heeft hem vast en zeker de beginselen van de judotermen bijgebracht en even weet ik niet of ik daar nu wel of niet blij mee ben.

We zitten aan een tafel en wachten geduldig op ons gerecht terwijl om ons heen aan elke tafel van alles fout lijkt te gaan. De stevige serveerster met luide stem, die voor minimaal 20 personen bestek met servet aan haar riem heeft hangen, heeft duidelijk haar dag niet. Wij weren haar vooral en dat schijnt wonderwel te helpen. Ondertussen doen we dat 90% van de bevolking op een terrasje doet; mensen kijken! Want ook in een sauna ontkom je daar dus niet aan. Het gaat als vanzelf en dus zie ik heel wat verschillende maten en vormen borsten, billen, buiken en piemels voorbij komen. Het enige verschil is dat het er hier niet toe doet.

Maar niet alleen de ceinturen ook de badjassen zelf, verrijken mijn fantasie. Zie ik het ene moment een dame op leeftijd voorbij scharrelen in een te korte witte badjas met rode hartjes, valt mijn oog even later op de zwarte ‘Batman’ badjas van een ongeveer 30-jarige jongeman. Dan zijn er natuurlijk ook nog de huurbadjassen van een vage kleur beige met daarin mannen met donkere zonnebrillen en steeds heen en weer lopen. En de mannen en vrouwen met onder de badjas een handdoek tot bijna op hun enkels. Een breedgeschouderde, erg gebruinde man in zijn duidelijk te kleine handdoek die zijn billen net niet haalt, komt naast ons zitten. Maar het absolute toppunt van de dag is de man op leeftijd met badjas en handdoek. De handdoek heeft hij alleen zo omgewikkeld dat die precies waarvan je denkt dat de handdoek het zou moeten bedekken, niet bedekt. En waardoor het een toch wel heel ‘lullig’ gezicht wordt.
De sauna zelf is duidelijk een stuk minder in kwaliteit dan een jaar of vijf geleden toen ik er voor ’t eerst heen ging met een vriendin. Het kruiden bad dat toen nog naar kruiden rook, ruikt vandaag meer naar chloor. De groene lamp in de hoek kan zelfs niet eens de indruk wekken dat er echt iets van kruiden in het water zit. Nee dat doet ons plaatselijke zwembad dan toch echt een stuk beter. Daar ruikt het naar lavendel terwijl je juist daar er niet aan denkt. De tuin echter maakt het goed en vooral het vooruitzicht dat we vanavond loom van het niets doen niet zo ver hoeven rijden, was doorslaggevend in de keuze.

Na nog een ontspannen rondje zoutsteensauna en ijs grot, belanden we in het achterste deel van de tuin. Uit de wind, lui in een ligstoel en met uitzicht op weilanden, geniet ik van de ondergaande zon en van de stilte afgewisseld met vogelgeluiden. Heel af en toe hoor ik in de verte nog een koe loeien. Het is alsof we hier helemaal alleen zijn. Niets te merken van de mensen massa die hier toch ronddoolt. Mijn ogen staren in de verte en vallen af en toe dicht. Was ik nog niet ontspannen van de heerlijke massage, dan vloeit nu toch wel het laatste restje stress zo uit mij het weiland in.
Dan valt mijn oog ineens op een man die aan de rand van het weiland staat. Hij staat in zijn blootje met zijn rug naar mij toe. Het is een maf gezicht en ik heb er geen idee van hoe lang hij er al staat. De dieren zijn in elk geval gevlucht. Zouden ze geschrokken zijn van een geluid of van het vooraanzicht van de man? Beelden komen als vanzelf in mij op. Ik probeer ze te negeren maar dan besluit ik. Ik wacht niet af tot hij zich mogelijk omdraait. Ik volg de paarden en de koeien die ik daar straks nog zag staan en sla ook op de vlucht. Of dat slim is weet ik niet want ik vlucht niet het weiland in linea recta de sauna in waar ik in plaats van één blote man er wel een stuk of twintig zie.  

vrijdag 12 juli 2013

Grote tanden en een dikke kont


‘Tjonge, het blijft mij verbazen hoe sommige mensen bijna een karikatuur op zichzelf zijn’ zegt ze voor de tweede keer nog eens op fluistertoon tegen mij. We zitten in de trein en mijn vriendin staart vol verbazing naar een persoon met een donkere zonnebril in een gezicht waarvan ik niet kan zien of het om een man of een vrouw gaat. De mond is tot een streep vertrokken en ook de haardracht kan een link naar beide sekse zijn. Zelfs de kleding, een zwarte broek en witte overhemdachtige bloes, kan niet het verlossende antwoord geven.
Het begon al in de bus, nou eigenlijk al bij de bushalte. Daar stond een jongeman met zijn halflange broek afgezakt tot halverwege zijn kont. Een lichtblauwe boxer stak er zo’n 20 centimeter bovenuit. Daarboven een ontblote lange rug met in de nek een tatoeage met een nummer. Zijn haar was kort met als uitzondering een smalle vlecht van een 30 centimeter die over zijn rug hing. Toen hij een voorbijfietsende man herkende, ging alles bij hem ineens als in een SLO motion. Zijn woorden, zijn gebaren … alsof je vertraagd de film afspeelde. In mijn fantasie zag ik hem getekend in een stripverhaal met allemaal jongens zoals hij.
Eenmaal in de bus, stapte wat haltes verder een man in met een grote bos wit grijzig haar en een ongeveer dito kleur gezicht eronder. In gedachte tekende ik de man al uit. De bos haar werd een immense  haardos en de kleine ogen nog kleiner. De karikatuur stond binnen een seconde op mijn netvlies. Dat gaat vanzelf, ik kan er niets aan doen. Het is een eigenschap die af en toe de kop op steekt en die ik duidelijk deel met mijn vriendin. Jaren geleden toen ik veel vergaderingen moest notuleren, deed ik dat ook al. Soms met als gevolg dat ik echt op moest passen om het niet uit te proesten van het lachen wat uiteraard not done was bij de serieuze onderwerpen. Niet altijd even handig, maar het maakte de soms urenlange saaie vergaderingen wel draaglijk en soms zelfs bijna tot een feest.
Mijn vriendin haalt me bruut uit mijn overpeinzingen door mij hard te porren met haar ellenboog en met haar hoofd een bijna onzichtbaar knikje richting het gangpad te geven. Als ik haar blik volg, zie ik een jongen instappen van een jaar of 18. Het kan ook een jaar meer of minder zijn, dat is moeilijk te schatten. Met zijn grote zwart omrande bril kijkt hij serieus maar tegelijk ook erg onzeker. Het is het type dat makkelijk gepest wordt. Het bange konijntje uit de kanjertrainingen. Hij vraagt er zogezegd bijna zelf om. En ik mag dat zeggen, ik werd ooit zelf gepest en weet hoe het voelt. Ben ik nu nog steeds niet al te slank, was ik dat vroeger zeker niet. Patat aten we niet vaak en snoepen deed ik ook niet en dus begreep ik er niets van. Tja wist ik veel dat mijn moeder erg vet kookte. Nog steeds heb ik medelijden met te dikke kinderen en leg ik bijna standaard de schuld bij de ouders.
‘Ik vraag mij af hoe zijn ons zien’ vertrouw ik mijn vriendin toe. En tegelijk zie ik de tekening voor me die ooit van mij gemaakt is waarop een vrouw met lange lokken mij aanstaarde met een grijns van oor tot oor waardoor haar veel te grote tanden ontbloot werden. Dat laatste vond ik een pijnlijk iets. Nog steeds probeer ik altijd mijn mond stijf dicht te houden als ik op de foto moet. En misschien is dat wel waarom ik de karikaturen in mijn hoofd gewoon in mijn hoofd laat in plaats van te proberen ze te tekenen. Ik zou denk ik geen nacht meer slapen als ik wist wat voor trauma’s ik zou veroorzaken.
De trein dendert verder en ik bedenk me dat het ook niet zo netjes is om zo naar de mensen te kijken. Maar dan naderen we een station en zie ik zoveel verschillende mensen over het perron lopen dat mijn brein binnen een minuut overuren maakt. Snel besluit ik: deze treinreis mag het. Van dit uur maak ik één grote tekenfilm in mijn gedachten waar dikke konten nog dikker zijn, lange mensen extreem lang en grote oren veranderen in zeilen waarmee je met gemak de wereld om zou kunnen zeilen. Grote borsten puilen de shirtjes uit en wratten een factor tig groter zijn.
Mijn fantasie slaat op hol. En ik? Mijn karikatuur zit ontspannen op haar te dikke kont en zet haar te grote tanden gretig in het verhaal.


zaterdag 6 juli 2013

Zon, zee, strand en muziek

Hij draait zijn oor naar haar toe maar zij doet niets en wacht. Dan als hij terugdraait zoent ze hem. Zijn ogen beginnen te stralen. Dan kijkt ze naar hem op en zegt: ‘ik heb je nog nooit in de regen gezoend’. ‘Alles moet een eerste keer zijn’ is zijn commentaar en spontaan zoent ze hem nog eens.

Door en door nat staan ze daar in de menigte. Ze staan iets voor mij. Het regent niet hard maar wel lang. Zo’n iets meer dan miezerige regen die er voor zorgt dat je langzaamaan door en door nat wordt. Ze dacht goed warm aangekleed te zijn, veel laagjes en een winddicht jack. Daaroverheen nog een hel blauw regenjasje. Smurfin had hij haar genoemd waardoor zij vond dat hij dan grote smurf moest zijn met zijn rode regencape. Zijn jack onder de cape blijkt nu niet zo waterdicht, net zo als haar blauwe regenjasje. Daar komt nog bij dat het water precies van het jack op haar broek loopt die nu helemaal door een door nat is. Ook de capuchon laat meer water door dan er vanaf loopt en dat wat er vanaf loopt, sijpelt weer precies het jasje in, in plaats van er af. De druppels vinden hun weg over haar rug naar beneden. Maar ach zelfs dat alles mag de pret niet drukken. Verliefd kijkt ze hem aan en hij voelt de zon vanavond schijnen.
De volgende middag is het druk. Nog drukker dan de avond ervoor. Maar nu schijnt dan ook de zon. Ineens is het zomer daar in Zeeland. De muziek, de zon, het strand, de zee; iedereen is vrolijk. Witte tenten, zand en palmbomen en zo’n 40 .000 blije vrolijke mensen die rondlopen, zingen, dansen, zitten, eten en drinken maar vooral intens genieten. Ineens zie ik ze weer, nu zonder regencape of jas. Haar armen zijn om zijn nek geslagen en ze dansen op de klanken van een lied van Guus. De wereld lijkt op te houden en tegelijk te beginnen, alleen zij tweeën. Links naast haar dansen drie mannen uitbundig en aan de andere kant kijkt een serieuze man half jaloers naar het tafereel. Zijn vrouw is niet in beweging te krijgen en kijkt zuur voor zich uit. Hij neemt nog maar een slok van zijn bier en laat zijn fantasie over aan de zon en de muziek.
Een uur of twee later zit ik op een gekleurd kleed tegen de dijk en kijk uit over het terrein. Duizenden mensen bewegen voor mijn ogen. Ik laat de woorden van alle gespreken om mij heen binnen komen en weer gaan. De muziek dreunt een heerlijk ritme en de woorden vervagen. Gefluit, gelach. Meeuwen vliegen boven mijn hoofd. De wind verkoelt mijn armen en de zon verwarmt mijn hoofd dat in een prettige roes van een groot verkoelend glas bier verkeerd. Verderop ziet een man een vrouw, herkent haar en omhelst haar uitbundig en stevig. Dan houdt hij haar op armlengte afstand. Kijkt nog eens goed naar haar en knuffelt haar dan nog een keer. Voor mij zitten vier vrouwen die duidelijk bij elkaar horen. Ze dragen een roze shirtje met ‘subgroep rocks’ en daaronder vier namen. Twee van hen staan op en kondigen aan dat ze wat te drinken gaan halen. Een ervan is Emmie en ik gok naar de naam van de ander maar of het klopt zal ik nooit weten. Over een paar uur komt Racoon en daarna Blof. Ik kom voor Blof en voor Guus natuurlijk. Mijn Brabantse bloed kruipt waar het niet gaan kan en dus ben ik levenslange fan van Guus. Maar nu zijn we in Zeeland en dus verlang ik de woorden van Blof die me altijd aan het denken zetten.
Zon, zee, strand en muziek. Naast mij ligt mijn lief met zijn ogen dicht. De zon kleurt zijn voorhoofd dat waarschijnlijk straks een kleur bruin zal vertonen die mij licht jaloers maakt en trots tegelijk. Om mij heen dansen menen. Grote, kleine, dikke, dunne mensen met blonde, bruine of zwarte haren. De een met laarzen aan en de ander op slippers. Ik hoor allerlei accenten door elkaar uit alle windstreken met een boventoon van Zeeuws.
Dan trekt een man in pantalon en overhemd mijn aandacht. Rustig loopt hij verder. Het lijkt bijna misplaatst en toch gewoon tegelijk. Zoveel mensen, zoveel geluid en toch…. Ik kom hier tot rust. Ik geniet van de zon en de omgeving. Life is good. Ik tel de uren tot Blof als sluitstuk de mensenmassa tot gekte zal krijgen en tegelijk stel ik het uit. Ik zuig elke minuut op. Dan ga ik liggen en staar naar de lucht. Wat een sfeer hier. Dank je wel schat dat je mij hier mee naar toe nam. Want eindelijk na zoveel jaar ben ik dan eindelijk hier. Ik ben hier en geniet. En plan alvast in mijn hoofd voor volgend jaar.  

dinsdag 2 juli 2013

Zeemeeuw


Pootjes naar achteren

Vleugels wijd

Blik op oneindig

Zwevend in de lucht

 *

Kraalogen ontgaan niets

Kriskras maar zweven

Zon, zee, wind

Verliefd op het leven.