Posts tonen met het label angst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label angst. Alle posts tonen

maandag 10 juli 2017

Bang

Ik ben bang
voor wat
er komen gaat
Bang dat je mij 
toch wel weer verlaat
Bang om samen te zijn
Bang voor alle pijn
Bang voor mezelf
dat ik het stuk maak
nog voor het er is
Altijd maar bang
wat een groot gemis

maandag 19 juni 2017

Sterker dan

Laat de angst in deze tijd
ons niet overmannen
Laten we die heel snel
uit ons leven bannen
Laten we nog meer 
vanuit ons hart gaan leven
En elkaar liefde geven
Want sterker dan 
terrorisme, angst en pijn 
zal altijd liefde blijven zijn

Nergens heen

In het donker
ben ik alleen voor even
Kan ik sidderen en beven
Mijn angsten beleven
en onder ogen zien
In het donker ben ik 
heel even alleen
Hoef ik voor een paar minuten
even nergens heen

vrijdag 12 augustus 2016

Vraag aan de sterren

Aan het strand 
in de nacht
hoor ik de golven 
en fluister ik zacht. 
Vraag ik de sterren 
en de zee
toe neem vandaag 
al mijn angsten mee

dinsdag 5 juli 2016

Waarheid

Dat 
waar ik 
op hoopte
Dat waar ik 
alles 
voor over had
Precies dat
lijkt nu weg
weg van mijn pad

Is alle energie
alle moeite
dan gewoon 
voor niets geweest

Is het nu 
waarheid
dat 
wat ik toen
heb gevreesd



donderdag 5 mei 2016

Als je wist

Als je wist wat er in mijn hoofd speelde
zou je dan anders doen
Zou je dan interesse tonen
me vaker verrassen met een zoen

Als je wist wat er speelde 
in mijn hoofd
Kwam je dan in actie
of was je dan verdoofd

Onzeker, afwachtend
Moedig en bang
ik doe mijn best
maar wacht al zo lang

Een teken of zo
Iets van een sein
Zodat ik weet dat de keuze
de juiste zal zijn.


zondag 20 maart 2016

Donkere nacht

De dromen die me 's nachts plagen
komen als nare geesten
Ik weet ze zijn niet echt
Nou ja in elk geval de meesten

Maar in de donkere nacht
zijn er mensen die ik niet ken
en ben ik vergeten
waar ik eigenlijk ben

De angst verstikt me
het bloed jaagt 
maar mijn passen
gaan sloom en vertraagd

Ik val van bergen 
er zijn ogen die turen
En de minuten 
lijken nu uren te duren

Tot ik ontwaak 
uit de boze dromen
En ik na even weer
lijk los te komen

dinsdag 23 februari 2016

Nachtmerrie

In een seconde
staat de wereld stil
Omdat je dat moet horen
wat je helemaal niet wil
Toekomst onzeker
zo mag het toch niet zijn
Maar je voelt nog niet
het echte verdriet en pijn
Verdoofd en onwerkelijk
alles in een roes gehoord
Omdat het echte besef
zich heel lanzaam in je boort
Praten, stilte, denken en zijn
Tot je morgen wakker wordt
En je nachtmerrie 
de waarheid blijkt te zijn


maandag 28 december 2015

Sluier

Er hangt een sluier 
over mijn gevoel
Alsof kan ik er niet bij
Er hangt een sluier 
waardoor ik niet weet
is dit gevoel 
nu wel of niet van mij

Er hangt een sluier
een mist
een waas
Daardoor voel ik mij
af en toe
zo onnozel en zo dwaas

De sluier 
ik weet niet
wat ik er mee moet
Zie ik het niet 
of zie ik het misschien
nu juist wel 
te goed

donderdag 17 september 2015

Masker

Gewoon doorgaan
niet zeuren 
of stil blijven staan
Er niet aan denken
want dat maakt bang
Blijft het zo voor even
of voor hoe lang
Gewoon doorgaan
hoofd omhoog 
Niks aan de hand
tenminste 
niet aan de buitenkant

woensdag 16 september 2015

Ik pas

Vandaag ben ik bang
voor wat er komen gaat
En eigenlijk weet ik dan
dan het is al te laat.

Gooi ik de dobbelstenen
of zeg ik dat ik pas?
Ik wil gewoon mijn leven
zoals het was



maandag 14 september 2015

Zonder angst

Amper 2 turven hoog
springt hij het leven tegemoet
en even ben ik jaloers
op hoe hij dat zomaar doet

Zoveel ervaring rijker
durf ik zoveel niet meer
Door de herinneringen
aan een vorige keer

Is er geen resetknop
zodat ik net als die kleine man
zonder de bagage van een verleden
gewoon in het diepe springen kan


donderdag 28 mei 2015

Te weinig woorden

Er is zoveel nog te vertellen
maar ik vind de woorden niet.
Ze blijven steken in mijn keel
dichtgeknepen van verdriet

Er is zoveel nog te vertellen
over mijn angsten en mijn pijn
Er is zoveel meer te vertellen
dan er woorden zijn. 


zaterdag 11 april 2015

vrijdag 20 maart 2015

Mijn prinses van ijs

ijsprinses of koningin
kilte 
in jou 
binnenin

Laat de zon je ijs doen smelten
weg de harde koude laag
laat je hart maar stralen
dan is het minder koud vandaag


vrijdag 4 april 2014

Oorlog of vrede?

‘Er heerst een oorlog in mij’ zegt ze en kijkt wazig voor haar uit. ‘En in een oorlog zijn altijd alleen maar verliezers.  Maar ik weet niet wat ik moet doen om het te stoppen. Ik weet het niet. Het lijkt wel alsof alles wat ik had, aangevallen wordt. Ik wil het beschermen maar ik kan het niet. Ik kan niet eens mezelf beschermen zonder dat ik geraakt word.’ Ze kijkt me aan, verdriet en wanhoop in haar ogen. ‘Snap je wat ik bedoel?’ vraagt ze dan. En ik knik.

Ik ken het worstelen maar ik kan niet helpen. Niemand kan haar helpen als zij het niet toe laat. En toelaten betekent dat het pijn gaat doen. Heel erg pijn. Dus doet ze liever zich zelf pijn. Wat zou ik haar graag even vasthouden en zeggen dat alles goed komt. Maar komt het goed? Ik weet het niet omdat zij het bepaalt. Ze bepaalt of ze er met haar hart voor zal gaan of met haar verstand gaat kiezen. Zal ze de pijn toelaten of kiest ze voor de schijnveiligheid. Alleen weet ze zelf niet eens dat ze een keuze heeft.
't zijn niet mijn stappen die de grond zo doen trillen of...'
Ook in mij botst het. Het stormt. Ik kan blind varen op mijn gevoel maar dan in eens is er een  situatie waarbij ik zo aan mezelf twijfel omdat ik iets voel of weet maar dat het zo absurd is dat je het gewoon niet kunt geloven. Vol twijfels en vol vragen waar je eigenlijk gewoon een duidelijk antwoord op wilt hebben. Waar ik een antwoord op wil hebben maar wat onmogelijk is om te krijgen. Want wat de toekomst gaat brengen, weten we niet. Dan is het verwarrend. Ik wil grip krijgen zeker als de wereld om mij heen vervaagt. De vragen en antwoorden tollen door mijn hoofd en even weet ik niet meer of deze antwoorden gewoon komen of dat ik ze wens. Of ik wakker ben of droom. Of het oorlog is of vrede?

Het voordeel van storm is dat het opruimt. Dat de blaadjes van de bomen gerukt worden en ergens anders als mest de grond weer vruchtbaar maken. Even zijn de takken somber en droevig en vooral lijken ze zo kwetsbaar. Maar als ze overleven zullen ze voller bloeien dan ooit te voren.

Mijn storm raast door mij heen. Ik weet niet meer waar mijn twijfel, mijn twijfel is. Waar mijn angst, mijn angst is en even weet ik ook niet meer waar mijn vertrouwen in mijzelf gebleven is. Is mijn twijfel nu mijn of jouw twijfel of lopen onze wegen door elkaar? De angst die ik voel, wiens angst is dat? Mijn grenzen zijn dat eigenlijk wel grenzen. En waar zijn jouw grenzen? Waar ben jij? Mijn rust is verdwenen en ik voel de strijd die woedt. De strijd die niet mijn strijd is maar doordat ik mij zo verbonden voel met de anders alsnog mijn strijd geworden is. De grond trilt onder mijn voeten. Ik wil het wel stoppen maar het zijn niet mijn stappen die de grond zo doen trillen of toch wel? Verbaasd kijk ik om mij heen. Ik adem diep in en sluit mijn ogen. De oorlog maakt alleen slachtoffers. Dus laat het in hemelsnaam vrede zijn met alleen een paar flinke stormen want die overleef ik wel. Laat het maar eens echt stormen en laten alle takken maar eens kaal worden. Laat de boom kwetsbaar zijn maar echt. En laat dan in mei de boom weer gaan bloeien. Gaan bloeien als nooit daarvoor.





dinsdag 19 februari 2013

Aan een zijden draadje

Broos en oud ligt ze daar. Een breekbaar mensje. Ineens besef ik des te meer dat ze al 87 jaar is. Ik zeg het vaak maar dan is het maar een getal. Nu zijn het 87 jaren die ineens zichtbaar zijn. Zonder haar haren netjes gewatergolfd en zonder haar bril ligt ze met slangetjes in haar neus en armen in het grote ziekenhuis bed. Mijn mama. Altijd zo sterk en stoer, maar nu zo breekbaar.

Als ik haar hand vastpak voel ik hoe warm ze het heeft. De tranen waren er voor ik bij haar bed stond en die zullen er straks vast wel weer zijn. Maar niet nu. Nu zit ik naast haar. Ze kijkt glazig rond en antwoord antwoorden die niet bij de vragen horen. Maar af en toe komt er een helder antwoord tussendoor. Haar hart is op heeft de arts gezegd. En ook dat mensen van haar leeftijd dit meestal niet overleven. Hard maar eerlijk. De verpleegster komt de medicatie vervangen en zegt terloops dat het nu toch wel moet gaan aanslaan. De woorden hangen in mijn hoofd maar eigenlijk wil ik ze niet toe laten.
Ze woont nog zelfstandig en kookt elke dag voor zich zelf. Knap vind ik dat. Als ik een paar dagen alleen ben, kook ik meestal niet. Zij wel. Een alarm voor oudere mensen wilde ze niet. Daarvoor in de plaats kan ze toch de buren bellen. Maar nu blijkt dat de buurman haar vier keer gebeld heeft in de avond maar dat er geen lampje in een van die bovenkamers van hem is gaan branden. Als ik er aan denk, word ik boos. Als mijn broer en schoonzus iets later gekomen waren….. Dat dat geen zin heeft om boos te worden of daarover na te denken, weet ik ook wel maar dat telt niet. Het is toevallig wel mijn mama. Nu weten we dus dat ze meer dan vierentwintig uur in de keuken op de grond gelegen heeft. Vierentwintig uur waarin mijn broer en schoonzus met hun schoondochter en kleindochters bij mij waren. Waarin we gelachen hebben, geen enkel idee wat er zo’n 150 kilometer verder gebeurd was. Vierentwintig uur waarvan zij zich niets meer herinnert.
Haar ogen zoeken de klok. “De tijd gaat sneller als er iemand is” zegt ze. Ik vraag of ze moe is maar ze wil niet dat ik wegga. Als ze nog een keer kijkt zegt ze “drie uur ga je weer weg” en ik heb het lef niet om een minuut eerder te gaan. De verpleegster en ik leggen haar rechter in bed. Ik zie haar lachen, zelfs haar ogen lachen mee. Een gelukzalige lach. Een gek gezicht maar zo vredig. Dan worden haar ogen weer glazig en staren naar het plafond. Ze knijpt zachtjes in mijn hand en haar mond trekt samen, haar ogen worden nat. Ik vraag haar wat er is. Ze schud zachtjes haar hoofd. Mijn mama die nooit haar emotie laat zien. Dus ook nu niet. Ik slik. Ze is moe. “Ga maar slapen” zeg ik. Ze knikt. Als ik haar nog een kus geef zegt ze: “het zandmannetje komt zo”. Ik glimlach meewarig en zwaai nog een laatste keer. Een laatste keer en even spookt de vraag door mijn hoofd of ik het hierna nog een keer zal kunnen doen. Als ik naar buiten loop probeer ik de tranen die achter mijn ogen prikken tegen te houden. Tegen te houden tot ik veilig alleen in de auto zit.
Als ik een uurtje later over de snelweg rij, voelt het raar en vervelend. Waarom woon ik zo’n klote eind weg. Heb ik haar verwaarloosd, te weinig op gezocht? Het is een dun lijntje tussen geluk en verdriet, tussen gezond zijn en ziek. Tussen het aanslaan van de antibiotica en niet. Een dun lijntje, een zijden draadje waaraan naar mijn gevoel nu haar leven hangt. Dan besef ik dat ik het weer niet gezegd heb. Mijn moeder was altijd een sterke vrouw. En zeggen dat ze van je houdt doet ze niet. We weten het wel, dat wel. En ik heb het vandaag ook weer niet gezegd. Ik heb niet gezegd “mama ik hou van je”. Als ik het besef zou ik het liefste omdraaien, linea recta terug. Maar ik rij door. Bang dat ik met terug gaan, toegeef aan mijn angst of het morgen nog wel kan. Ze weet het vast wel. Ze voelt het toch wel. Maar toch….. Als ik weer bij haar ben is dat het eerste wat ik zeg. Want hoewel we elkaar zo vaak niet begrijpen, ik hou van haar. Zo verschrikkelijk veel.  

 

zondag 6 januari 2013

Het laatste stuk op hakken

“Er zijn van die teksten he….” zegt ze tegen me “die zijn zo verrekte waar. Gewoon dat je er niks aan toe te voegen hebt. En dit, dit is er één” zegt ze. Op de radio schalt de stem van Bart van Racoon. “Je moet er toch niet aan denken he” vult ze nog aan “dat ze hierna geen Nederlandse teksten meer maken. Zoooo jammer. Gelukkig zijn de engelse teksten net zo mooi.

Ik zit op de bank met mijn benen onder me gevouwen en luister stil naar de tekst. “Een oceaan om in te schuilen, nooit alleen meer hoeven zijn. Ik heb gesmeekt niet meer te huilen. Alsjeblieft. Het leven jaagt geen angst meer aan. Ik heb al zo ver moeten kruipen. Het laatste stuk zal ook wel gaan, tot ik ga staan.” Een oceaan…. Ik heb iets met dat water. Met de zee. Was ik gisteren nog tot in tranen geroerd door Trijntje Oosterhuis, denk ik nu “doe inderdaad maar groter”. De zee is mooi maar de oceaan. Daar kun je pas in vluchten. “Een oceaan om in te verzuipen…. Een oceaan vol tranen is van mij …. Alleen van mij..
Verzuipen wil ik. Met mijn hakken aan. Als ik toch grootser aan het denken ben en de controle los laat is de oceaan wel geschikt. Verzuipen in alles. In verdriet, in liefde, in het leven. Helemaal ondergaan en voelen. Echt weer voelen. Niet bang zijn en loslaten of je ooit nog boven zult komen. Want wat kan er gebeuren? Ik heb inderdaad al ver moeten kruipen. Ik ben niet meer bang om te vallen, ik kabbel wel weer omhoog. Met of zonder hakken. Dat laatste stuk zal wel gaan. En dan doen we er toch gewoon wat langer over. Het laatste stuk op hakken.  
Het laatste stuk. Dat klinkt dan weer als een klein eindje. Een “we zijn er bijna” gevoel. Dat zou mooi zijn, maar daar geloof ik dan weer niks van. En als het dat wel zou zijn, bekruipt me tegelijk het gevoel dat ik nog langer wil. Niks klein stuk. Ik wil nog wel wat jaren mee. Het laatste stuk? Volgens mij ben ik nog niet op de helft. Maar misschien heb ik het eerste stuk wel te hard gelopen. Grote stappen, dat deed ik namelijk altijd. Altijd haast. Ik kijk naar mijn hakken. Misschien is dat de truc. Misschien loop ik langzamer op hakken. Misschien wel bewuster, misschien loop ik mezelf dan wel wat minder voorbij. Misschien blijf ik dan wel veel beter overeind. Ik vraag me af het mooie kiezelpad met de bloemen wel te doen is met hakken. Maar ach, wie niet waagt…..

Een oceaan om in te vluchten. Over de berg en de top. Het kiezelpad op hakken. De bloemen steek ik in mijn haar. Liefde om je hart te luchten. Het laatste stuk, op naar de oceaan. Een oceaan alleen van mij. Op hakken zal ik mezelf weer vinden. I have been a way too long and every day I missed you more. You look like you did before, only prettier… Every day I love you more.



zondag 25 november 2012

De Storm

Het is half zes in de ochtend als ik wakker word. De wind giert om het huis. In een flits vraag ik me af of alle ramen dicht zijn. Dan trek ik het dekbed nog net iets hoger en draai me om. “Het slaapt lekker als het zo waait” zei mijn moeder vroeger altijd, en ik heb dat zelfde gevoel. Mijn vader dacht daar anders over. Die was bang van wind. Als kind moest ik daar om lachen. Zo’n grote man, bang van de wind.
 
Heerlijk is het om met wind over het strand te lopen. Alleen maar de wind langs je hoofd voelen en horen. Lopen tegen de wind in, je haren wapperend naar achteren. Je handen diep in je zakken en alles uit je hoofd laten waaien. Niets zeggen, alleen maar lopen. Je ene voet voor de andere, tegen de wind in lopen. Aan niets denken. Alleen de zee horen. Eigenlijk vooral alleen de wind horen. En dan later ergens warm naar binnen voor koffie met slagroom want van chocolademelk hou ik niet. Een goed glas wijn of een bijzonder glas bier mag natuurlijk ook. Vanochtend liep ik met de hond buiten. De wind maakte weer even mijn hoofd leeg. En dat is nodig. Het stormt in mijn hoofd. Er gebeurd zoveel in zo’n korte tijd. Elke dag maak ik lijstjes en zo hou ik de controle. Maar af en toe heb ik het nodig om buiten te lopen en alles weg te laten waaien. Mijn hoofd leeg te maken en alles wat onzin is vooral buiten te laten. Even lopen in de wind, nergens aan denken, daar krijg je nieuwe energie van.
Binnen zitten als het buiten zo waait. Binnen zitten en weten dat je veilig bent, dat is ook heerlijk. Het geluid van de wind om je huis heen horen. “Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker, want binnen is het warm en licht en goed”. Boudewijn de Groot. De avond. Prachtige tekst.  “Hand in hand naar buiten kijken waar de regen valt. Ik zie het vuur van hoop en twijfel in je ogen en ik ken je diepste angst. Want je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij. Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij”. Is er iets mooier dan dat. De storm buiten is altijd mooier als je binnen met zijn tweeën bent. Als je de rust en het vertrouwen kunt hebben. De haard aan en dicht tegen elkaar kunnen kruipen. Want dan is er geen angst en kan zelfs de ergste storm je niet bang maken. Hoe anders is het met de stormen in jezelf.
Hoewel….. ooit waren we een weekend kamperen. Van vrijdag tot maandag was de bedoeling. Met een klein tentje trokken we naar Duitsland en streken neer op een camping aan de Moezel. We hadden nog geen kinderen maar wel een hond en die ging dus mee. De andere gasten op de camping vonden het een vermakelijk gezicht als we in de avond met zijn tweeën bij de barbecue zaten. De hond braaf tussen ons in, wachtend tot zijn stukje vlees klaar was want brokken hadden we niet meegenomen. In de avond dook de hond als eerste de tent in, in de ochtend was hij als eerste wakker. Op zondag tegen de avond was de vraag wat we zouden doen. Zoals altijd wilde ik het liefst langer blijven. Een goed gevoel wil ik graag vasthouden. Het liefst de tijd stilzetten. We dronken thee en luisterde naar de radio. Er zou regen komen. Met tegenzin gaf ik toe om dan toch maar in te gaan pakken. Een natte tent morgen was dat ene nachtje ook weer niet waard. Omdat mijn thee nog heet was, besloot ik alvast was kleding in de auto op te ruimen.
En toen ging alles ineens heel snel. Terwijl de achterklep van de auto nog openstond voelde ik een enorme windvlaag. Met moeite drukte ik de klep naar beneden en probeerde de was nog bij elkaar te rapen. Ik kon me amper rechtop houden zo sterk was de wind. Als in een waas greep ik de hond en drukte ons tegen de auto aan. Ik zag mijn vriend de tent in duiken en aan de stangen gaan hangen om de tent niet de lucht in te laten vliegen. Voorovergebogen over de hond leek het alsof secondes uren duurden. Ik voelde takken op mijn rug vallen en voelde water in mijn gezicht striemen. Ik kon niets anders dan me zo met hond tegen de auto drukken en wachten tot het voorbij zou gaan. En ineens was het over. Zo ineens als de wind gekomen was, was het ook weer voorbij. Sinds die dag begrijp ik de angst van mijn vader voor de wind.
Droog inpakken is niet meer gelukt. Kleddernat was alles. Niet van de regen maar van het opspattende water door de wind. Mijn vriend had geluk gehad, zagen we later. Een ijzeren dak van een boot een stukje verder op was door de wind opgepakt en net achter ons tentje terecht gekomen. Onderweg naar huis zagen we een lint van schade. Rechts zagen we rijen dikke bomen die als luciferhoutjes geknakt waren. Maar aan de linkerkant leek het alsof er niets gebeurd was.
Vanaf die dag kijk ik toch anders naar de wind. Begrijp ik de angst van mijn vader. Maar het diepgewortelde gevoel van geborgenheid dat mijn moeder mij bijbracht over de wind, zit ook in mij. Als er wind is luister ik en bepaal of er reden voor angst is. Zo ook vanochtend. Dan trek ik het dekbed nog wat hoger en nestel me in mijn warme bed. Deze wind valt wel mee denk ik en ik val weer in slaap.

 

dinsdag 20 november 2012

De dood

Dood gaan we allemaal. Er zijn weinig dingen zeker in het leven behalve dan dat we dood gaan. Wat er daarna komt, kun je over discussiëren. Over wanneer je gaat en hoe ook. En hoe je het ook wend of keert, hoe tegenstrijdig het ook voelt, ook de dood hoort bij het leven.

Op 28 november is de uitzending “Sta op tegen kanker” en als vanzelf denk ik aan alle mensen die deze ziekte niet overleefd hebben. Mensen die me dierbaar waren. Van dichtbij moest ik toezien hoe oudere maar ook jonge mensen vochten zonder kans. Die hun gezin moesten achter laten omdat ze de strijd tegen kanker niet konden winnen. Een nare ziekte waar nog elke dag zoveel mensen tegen vechten. Maar helaas niet alleen tegen kanker. Ook zoveel andere ziektes rukken ook zonder pardon geliefde mensen uit ons midden.
Ineens stond heel Nederland weer extra stil bij de dood door Tim, een van de mensen die zelf hun lot in handen nemen. Ook die mensen heb ik gekend. Ik was nog erg jong toen ik hoorde dat de achterbuurman zich opgehangen had in de schuur. Weken durfde ik niet alleen de schuur in. Onze schuur zat vast aan die van de achterburen en het leek alsof ik hem kon zien als ik binnen stapte. Een paar jaar later hoorde ik dat de man van mijn nichtje zelfmoord gepleegd had. Die gezellige, maar wel een beetje blabla man. Vader van een zoon en dochter getrouwd met een lieve vrouw. Woonde in een prachtig huis met bijbehorende auto. Als iemand zijn leven goed voor elkaar had…. Maar dat bleek uiterlijke schijn. Hij wist het niet meer, zag geen andere uitweg. Zijn vrouw bleef achter met schulden en een hoop vragen. We zien altijd alleen de buitenkant. De ware binnenkant houden de mensen liever geheim.
Degene die hard roepen doen het toch niet, hoor je dan. Wat een onzin. Zij riep vaak. En zij riep hard. Of was ze alleen de uitzondering die de regel bevestigde? Op een dag deed ze het. Ik had medelijden met de familie die voor een deel ook mijn familie is. En met de conducteur en de mensen in de trein. De trein waar zij zich voor gegooid had. Wanneer houdt het op voor de mensen in een zwart gat. Wanneer houdt het op voor de mensen die ziek zijn zonder enkel uitzicht. En wie mag beslissen over degene die dood willen. Of degene die in coma liggen of te ziek zijn om beslissingen te kunnen nemen. Het zijn onmenselijke beslissingen. Wie heeft bedacht dat sommige van ons zulke beslissingen moeten nemen? Er is geen regel die je toe kunt passen. De regel is er wel maar voor de dood bestaat geen standaard verhaal. Elk leven is anders, elk verhaal kent zijn eigen kanttekeningen en dus is ieders dood ook niet met die van een ander te vergelijken. Wie heeft dit bedacht. Wat een waardeloos script.
“Neem mijn angst, mijn wanhoop en verdriet” zingt Youp in “Meneer Alzheimer”. Met de jaren die erbij komen word ook ik banger om te gaan. Waarom weet ik niet eens. Is het bang voor het achterlaten, bang voor het gemis? Ik had ooit een diep geloof over wat er hier na zou komen, maar nu weet ik het even niet meer. Angst is het ergste wat je kan overkomen, hoorde ik laatst tijdens een presentatie. Angst maakt je klein, angst maakt je kwetsbaar. En toch ontkom je er bijna niet aan. Wie lief heeft, heeft soms angst. Angst om degene die je liefhebt, angst wat andere of jezelf kan overkomen, angst vooral dus voor het onbekende, het niet weten. Af en toe vertel ik mijn kinderen wat ik wel of niet wil als ik dood ben. Het voelt tegenstrijdig maar ook mijn doodgaan hoort erbij. Ik vertel ze dat ik hoop dat er met mijn organen andere levens verlengd kunnen worden. Dat ze mij, wat mij betreft dan, totaal leeg mogen plunderen. En dat ik gewoon in de grond gestopt wil worden. Wel graag met veel bloemen. Hoewel als ik zie hoe mensen dat schenken aan een goed doel vind ik dat nog veel mooier. En soms vraag i, liefst ook met een traan. Zodat ik het gevoel kan hebben dat er mensen zijn die me zullen missen. Ik vraag me dan af hoe het zal zijn. Hoe ik me zal voelen.
Want wat zou ik doen als ik niet degene was die probeert iets te doen voor een zieke maar zelf getroffen wordt door zo'n nare, acherlijke ziekte. Stiekem hoop ik dat ik het nooit zal weten. Dat ik zoveel op mijn oma lijk dat ook ik, later als ik oud en echt helemaal versleten ben, simpel weg naar bed ga om voor altijd te blijven slapen. 

Elke dag steek ik een kaarsje aan en dan praat ik met haar, tegen haar. Ik vertel haar over mijn gevoel, mijn angst. Soms vraag ik haar de dingen die ik niemand anders durf te vragen. Soms vertel ik alleen over de dagelijkse dingen, en soms zijn we samen stil. Ik denk dat ze er is. Waar weet ik niet maar wel dicht bij. Dat geeft troost. Waarschijnlijk vooral voor mij. Dan steken we “Samen” nog een kaarsje aan, met het vlammetje van haar kaarsje. Stiekem hoop ik dan dat mijn oma bij haar is, want dan komt het wel goed. Bij mijn oma komt het altijd goed.
En als we nou vandaag alle lichten zouden doven en iedereen kaarsjes liet branden voor alle mensen die ons lief zijn maar niet meer bij ons zijn, hoe zou de wereld er dan van bovenaf uit zien? Zouden we ruimte genoeg hebben om alle kaarsjes neer te zetten? Want zoveel zijn er al van ons weggegaan. Het kan ook niet anders, want dood gaan we allemaal. Op woensdag 28 november sta ik op tegen kanker. Want ik weet dat we allemaal ooit dood gaan. Maar laat het dan in vredesnaam gebeuren als we oud en gewoon echt versleten zijn.